Les 1: verbranding

Verbranding en ademhaling
thema 1 

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verbranding en ademhaling
thema 1 

Slide 1 - Diapositive

timer
0:30
Wat en/of welke stoffen heb je nodig om
iets te laten branden?

Slide 2 - Carte mentale

Wat heb je nodig bij NG?
1. Leer-werkboek bvj 2A VMBO-KGT 
2. Aantekeningenschrift (tip: 1 schrift voor 2 vakken: NG en NS?)
3. Laptop (Lesson-Up)
4. Tekenpotlood (grijs)
5. Kleurpotloden

Slide 3 - Diapositive

timer
0:30
Welke stoffen ONTSTAAN bij de verbranding (= verbrandingsproducten)

Slide 4 - Carte mentale

timer
0:30
Waarvoor verbranden we vaak dingen?

Slide 5 - Carte mentale

Wat leer je deze les?
4 punten
  • je kunt een aantal brandstoffen noemen
  • Je kunt een aantal verbrandingsproducten noemen
  • Je kunt uitleggen welke vormen van energie er zijn
  • Je kunt uitleggen wat  indicator betekend

Slide 6 - Diapositive

PROEFJE
1. Ga naar blz. 62 (proef 1: verbranding van een kaars)
2. Doorlezen (+ eventueel aanpassen benodigdheden + werkwijze)
3. Wat is de hypothese (veronderstelling: wat denk je dat het resultaat zal zijn, voordat je de proef uit gaat voeren): schrijf die op. 
4. Doe de proef volgens de (aangepaste) werkwijze.
5. Beantwoord de vragen bij "Resultaten" in je schrift.
6. Schrijf de conclusie op. 
7. Schrijf de evaluatie op. 

Naast beweging, komt energie ook vrij in de vorm van warmte

Licht is ook een vorm van energie
energie= warmte, beweging en licht

Slide 7 - Diapositive

Waarom verbranding?
Jij wilt energie
Zonder energie kun je niet bewegen

Naast beweging, komt energie ook vrij in de vorm van warmte

Licht is ook een vorm van energie
energie= warmte, beweging en licht

Slide 8 - Diapositive

om iets te laten branden heb je
Om iets te laten branden heb je nodig:
Haal je een van de drie of meer weg dooft het vuur.

Slide 9 - Diapositive

Brandstoffen
Om iets te kunnen verbranden, heb je brandstoffen nodig
hout, olie, kaarsvet, kolen........

Slide 10 - Diapositive

Wat komt er allemaal vrij?

WARMTE = 


LICHT=


 

WATER= 


koolstofdioxide =

(co2)



energie
energie
verbrandingsproduct
verbrandingsproduct

Slide 11 - Diapositive

AUTO

Ik heb nodig... 




Er komt vrij... 




een brandstof= benzine, gas of diesel
verbrandingsproducten en energie

energie in de vorm van warmte en beweging

verbrandingsproducten in de vorm van koolstofdioxide en uitlaatgassen

Slide 12 - Diapositive

Nodig bij verbranding
Als je een kaars brandt, verbrandt er kaarsvet. 
Voor verbranding heb je een brandstof nodig (bijv. kaarsvet)

Zet je een glas over de kaars dan zal de vlam uitgaan, dit komt omdat de zuurstof opraakt. 
Voor verbranding is zuurstof nodig.

Slide 13 - Diapositive

Dit komt vrij bij verbranding
Bij verbranding komt energie vrij. 
Vormen van energie zijn: licht en warmte
Dat komt vrij bij verbranding bij een kaars 

Bij verbranding ontstaan nieuwe stoffen. 
Er ontstaat water (condens) en er ontstaat koolstofdioxide. 

Slide 14 - Diapositive

DUSSSSS altijd



brandstof+ zuurstof = water + CO2 + energie

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen (proef 2+3 thema 1)
Na deze les weet je....
- wat een indicator is,
- wat er gebeurd met kalkwater als er koolstofdioxide bij komt,
- dat kalkwater daarom een indicator is voor koolstofdioxide
- waarom je altijd een "controlegroep" gebruikt tijdens het doen van onderzoek.

Slide 16 - Diapositive

indicator
een indicator is een stof die een andere stof aantoont.
Blz. 63, 64 en 65
proef 2 en proef 3:
"Koolstofdioxide aantonen + koolstofdioxide bij een brandende kaars"

Slide 17 - Diapositive

Wat moet je doen?
  1. Luister goed naar de uitleg van de TOA
  2. verander  bij "wat moet je doen" indien nodig de werkwijze
  3. voer de proef uit volgens de (nieuwe) werkwijze
  4. Vul de resultaten in in de tabel: p2 - blz. 63, p3 blz. 64+65
  5. Beantwoord vraag 1 a t/m 1c: p2:blz. 63, p3 blz. 65
  6. Klaar? Dan maken vragen op blz. 18 t/m 23 vraag 1 t/m 7!

Slide 18 - Diapositive

Wat heb je NIET nodig voor verbranding?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Ontbrandingstemperatuur
D
Brandstof

Slide 19 - Quiz

Wat zijn verbrandingsproducten?


A
stoffen die nodig zijn voor een verbranding
B
stoffen die ontstaan bij verbranding
C
stoffen die worden gebruikt bij een verbranding

Slide 20 - Quiz

wat betekent
indicator?

Slide 21 - Carte mentale

geleerd 
brandstoffen 
verbrandingsproducten
vormen van energie
wat een indicator is

Slide 22 - Diapositive

opdrachten maken
maak de opdrachten
blz. 8 t/m 13

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Lien

Slide 27 - Lien