methodisch werken periode 3 observeren

Observeren 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Observeren 

Slide 1 - Diapositive

wat weet je al over
observeren

Slide 2 - Carte mentale

observeren 
is informatie verzamelen door te kijken, te proeven, te horen,
 te ruiken en te voelen 

het verzamelen van feitelijke informatie 

Slide 3 - Diapositive

observeren 
is een doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen en uitingen van 1 of meer personen of van een gebeurtenis met de bedoeling de waarneming te beschrijven en samen te vatten

Slide 4 - Diapositive

objectief
subjectief
feit
mening

Slide 5 - Question de remorquage

OPDRACHT
Je krijgt in de volgende dia een afbeelding te zien. Je krijgt 20 seconden om de dia te bekijken, daarna probeer je uit je hoofd de tekening zo precies mogelijk na te tekenen.

Slide 6 - Diapositive

Hoe sterk is jouw visuele geheugen ontwikkeld?
Teken de afbeelding nu zelf en maak hier een foto van

timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

timer
0:20

Slide 8 - Diapositive


Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

wat is participerende observatie

Slide 11 - Question ouverte

wat is niet-participerende observatie

Slide 12 - Question ouverte

noem drie hulpmiddelen die je kunt gebruiken bij een observatie

Slide 13 - Question ouverte

Observeren 
Je observeert met een bepaald doel. Zorg dat je voordat je de observatie start je helder voor ogen hebt waarom je observeert.
observeren is dus doelgericht
je blijft bij de feiten
dit zijn de bouwstenen voor het formuleren van een behandelplan voor een client

Slide 14 - Diapositive

signalen 
zijn waarnemingen van iets wat ons opvalt. Iets wat anders is dan gebruikelijk. Je kunt bewust en onbewust waarnemen 

Slide 15 - Diapositive

noem twee redenen om te observeren

Slide 16 - Question ouverte

als je gaat observeren maak je van te voren een plan, je werkt dus planmatig
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

welke punten bevat een observatieplan noem er minimaal 6

Slide 18 - Question ouverte

zet in de 
goede
volgorde
de aanleiding
observatie
methode
de algemene
gegevens
doel en 
de vraag
stelling
het concrete
gedrag
plaats en 
tijd
observatie
categorien

1
2
3
4
5
6
7

Slide 19 - Question de remorquage

Noem 2 objectieve observaties

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

Evaluatie
Hoe vind je deze start van de les observeren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage