H2 Van de bergen naar de zee - Par 2 Rivieren van ijs - les 1 en 2

H2.2 Rivieren van ijs
Aletschgletsjer, Zwitserland
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2.2 Rivieren van ijs
Aletschgletsjer, Zwitserland

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe een gletsjer ontstaat.
2. Je kunt minstens 3 onderdelen noemen van een gletsjer.
3. Je kunt minstens 2 gevolgen van een gletsjer voor een landschap noemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

We gaan op reis....
NEPAL

Slide 4 - Diapositive

Coolguy Bob

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Mount Everest

Slide 12 - Diapositive

Wat zien we hier?

Slide 13 - Diapositive

IJstijd
Gletsjer = rivier van ijs die langzaam van de berghelling naar beneden glijdt.
IJstijd / glaciaal: alleen hoogste
 bergtoppen kwamen boven het ijs uit.
Weichselien - 11 700 jaar geleden

Slide 14 - Diapositive

IJstijden B118
IJstijden (glacialen) en interglaciale tijden wisselden elkaar af. 

Belangrijk kenmerk: 
Er valt in de winter meer sneeuw dan in de zomer wegsmelt.


Ook het albedo effect had een negatief gevolg, het werd daardoor kouder op aarde!

Slide 15 - Diapositive

Firn
Door steeds ontdooien en bevriezen verandert 
sneeuw in firn (korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw).
 
Firn hoopt zich op in firnbekken: het begin van een gletsjer.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Gletsjerpuin
Veel stenen vallen op de gletsjer.
(geeft de gletsjers een grauwe kleur).

 --> puin wordt meegevoerd.
 
--> ontstaan van: 

1
Zijmorenen
2
Grondmorene
3
Eindmorene

Slide 18 - Diapositive

Stuwwallen Nijmegen
Hunnebedden, Drenthe

Slide 19 - Diapositive

Einde van de gletsjer
Het met puin beladen ijs van de gletsjer 
 schuurt het dal uit.
-->erosie
  
A. V-dalen (door rivieren) veranderen 
B. in U-dalen (door gletsjers)

In het dal smelten de gletsjers.

-->ontstaan van:
 
 - gletsjertunnel
 
 - gletsjerpoort
 
 - begin van een gletsjerrivier

Slide 20 - Diapositive

V-dal
U-dal
A
Rivierdal
B
Gletsjerdal

Slide 21 - Diapositive

V-dal & U-dal
V-dal
U-dal

Slide 22 - Diapositive

Is dit een voorbeeld van een V- of een U-dal?

Slide 23 - Diapositive

Gletsjer
poort
Eind
morene
gletsjer
rivier
Zijmorenen
 gletsjer

Slide 24 - Question de remorquage

V-dal
U-dal

Slide 25 - Question de remorquage


Firn is:
A
Gladde, overjarige en ijsachtige sneeuw
B
Gladde, overjarige en ijskoud water
C
Korrelige, nieuwjarige en ijsachtige sneeuw
D
Korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Slide 26 - Quiz

Leerdoelen
1. Je kunt in eigen woorden uitleggen hoe een gletsjer ontstaat.
2. Je kunt minstens 3 onderdelen noemen van een gletsjer.
3. Je kunt minstens 2 gevolgen van een gletsjer voor een landschap noemen.

Slide 27 - Diapositive