Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 10 min
Éléments de cette leçon
voed je kennis
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel % van de mensen ouder dan 18 hebben overgewicht in Nederland?
A
25%
B
50%
C
75%
D
30%
Slide 2 - Quiz
Hoe noem je het als iemand die af en toe vlees eet?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Flexitarier
D
carnivoor dieet
Slide 3 - Quiz
Waarom is een gezond voedingspatroon belangrijk.
A
Het zorgt ervoor dat je lichaam goed functioneert.
B
Je blijft “mooi” slank.
C
Je hebt minder kans op ziektes.
D
je verteert minder
Slide 4 - Quiz
Waarom is bewegen belangrijk?
A
je kan sneller rennen
B
je gaat beter slapen
C
Je wordt slimmer
D
Het is goed voor de mentale gezondheid
Slide 5 - Quiz
Welke leeftijdsgroep eet het ongezondst?
A
de leeftijdsgroep tussen 4-10 jaar.
B
de leeftijdsgroep tussen 9-13 jaar
C
de leeftijdsgroep tussen de 48-59 jaar.
D
de leeftijdsgroep tussen 12-16 jaar.
Slide 6 - Quiz
Waarom kiezen mensen voor ongezond eten?
A
door eetstoornissen
B
slecht voeding is goedkoper dan goede voeding
C
het is lekkerder
D
het is makkelijker om te maken
Slide 7 - Quiz
welke 4 dingen zijn benoemt over wat voor voordelen bewegen geeft(videofragment)
Slide 8 - Question ouverte
Wat is goed voor je hersenen?(videofragment)
Slide 9 - Question ouverte
moet je elke dag gevarieerd eten? (videofragment)
A
true
B
fals
Slide 10 - Quiz
Waarom zijn fruit en groentes belangrijk? (videofragment)
Slide 11 - Question ouverte
welke stoffen krijgt de jongen om fit te blijven benoem 2(videofragment)
Slide 12 - Question ouverte
hoe worden eiwitten ook wel genoemd?
Slide 13 - Question ouverte
Eiwitten produceren goede brandstoffen voor het lichaam. Wat doen eiwitten met je lichaam?
A
Eiwitten helpt je met afvallen
B
Eiwitten laten je aankomen
C
Eiwitten maakt je vermoeid
D
herstellen van de spieren
Slide 14 - Quiz
In energiedrank zitten 110 kcal, schat hoeveel minuten je moet fietsen om dat te verbranden.
15 minuten
7 minuten
Slide 15 - Sondage
Je hebt vocht nodig om niet uit te drogen en gehydrateerd te blijven. Uit hoeveel procent vocht bestaat je lichaam?
A
De gemiddelde volwassen persoon zijn lichaam bestaat uit 80% water.
B
De gemiddelde volwassen persoon zijn lichaam bestaat uit 50% water.
C
De gemiddelde volwassen persoon zijn lichaam bestaat uit 65% uit water.
D
De gemiddelde volwassen persoon zijn lichaam bestaat uit 30% water.
Slide 16 - Quiz
Hoeveel minuten moet je fietsen om een handje noten(165 kcal) te verbranden?
40 minuten
18 minuten
9 minuten
Slide 17 - Sondage
Interviewvraag: We vroegen of ze het gevolg van slechte voeding wisten, zij zeiden :'Je krijgt meer vet aan je lichaam en dat je lichaam minder goed actief is, hoe heet dit ook wel?
Slide 18 - Question ouverte
interviewvraag: hoeveel maaltijden eten jullie per dag?hun aten 6 per dag. dat is ook het goede aantal maaltijden die je moet eten in een dag om energie in je lichaam te produceren.
A
true
B
false
C
D
Slide 19 - Quiz
Interviewvraag: ook vroegen we wat een oplossing zou zijn voor obesitas* (het probleem). kies wat jullie denken wat ze zeiden
A
meer bewegen- meer gezonde vetten, suiker en koolhydraten eten
B
stoppen met eten- meer water drinken- 1 maaltijd per dag eten
C
niks eraan doen- blijven eten- eten wat je wilt eten
D
iemand om hulp vragen- gewoon afwachten- veel slapen
Slide 20 - Quiz
Iedereen neemt wel bepaalde vetten,suikers en koolhydraten per dag in. Hoeveel calorieën kan een 9-13 jarige meisje en jongen innemen per dag?
meisje 2200 jongen 2100
meisje 2100 jongen 2200
meisje 3000 jongen 3600
meisje 2000 jongen 2100
Slide 21 - Sondage
Je kan kanker krijgen van bepaald voedsel. Waar zitten kankerverwekkende stoffen in?
A
kant en klare maaltijden
B
Instant noodles
C
eten die gefrituurt is
D
brood
Slide 22 - Quiz
Anorexia is een geestelijke ziekte want de geest laat je iets anders zien dan dat het werkelijk is. wat ziet een anorexia patiënt als ze naar zichzelf kijken?
A
iemand die teveel eet en dik wilt zijn maar de geest niet
B
Iemand die niet mag eten
C
Iemand die nooit wilt eten
D
ze zijn eigenlijk extreem dun maar zien zichzelf als dik
Slide 23 - Quiz
Wat doet junkfood met je gezicht?
A
je krijgt puistjes
B
je lijkt dan bleek
C
je krijgt een egale huid
D
je lijkt vermoeiend
Slide 24 - Quiz
Wat doe je bij boulimia nervosa?
A
eetbui: onbeheersbare drang om in korte tijd veel te eten
B
je eet weinig en wordt dun
C
je eet veel en komt niet aan
D
je eet normale maaltijden per dag en komt veel aan
Slide 25 - Quiz
er zijn altijd mensen die het wel en niet overleven. Schat in hoe hoog het sterftepercentage van anorexia nervosa is.
A
5/10%
B
25/50%
C
10/15%
D
2.5/5%
Slide 26 - Quiz
Als wat wordt obesitas gezien?(geluidsfragment)
Slide 27 - Question ouverte
Hoe gaat het behandelingsplan *oplossingsproces* (belangrijke doelen om van obesitas af te komen) noem er 1 op.(geluidsfragment)
Slide 28 - Question ouverte
Mensen met obesitas krijgen vaak te horen dat ze ´gewoon´ moeten afvallen, dat doe je door?(geluidsfragment)
Slide 29 - Question ouverte
Mensen met obesitas krijgen vaak niet de hulp die ze nodig hebben omdat ze niet kunnen/willen stoppen met veel eten(geluidsfragment)
A
true
B
false
Slide 30 - Quiz
Als je obesitas hebt dan heb je altijd overgewicht(geluidsfragment)