Spellen samenstelling

Samenstelling
TH1A en H1B
Nederlands
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Samenstelling
TH1A en H1B
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Terugblik  bijvoeglijke naamwoorden en voltooid deelwoorden

Slide 2 - Diapositive

Hoe schrijf je het stoffelijk bijvoegelijk naamwoord goud in:
een ............armband
A
goude
B
gouden

Slide 3 - Quiz

Hoe schrijf je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord aluminium in:
een .................. handvat
A
aluminium
B
aluminiumen

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord nylon in:
een ..............tent

A
nylon
B
nylonnen

Slide 5 - Quiz

Bedenk een voltooid deelwoord dat eindigt op -en.
Hoe schrijf je dat als bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe kun je horen of een voltooid deelwoord eindigt op een 't of een 'd?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

=
fiets + tas = fietstas

Slide 9 - Diapositive

Hoe noem je een woord als
fietstas?

Slide 10 - Question ouverte

Sommige woorden kun je gewoon aan elkaar plakken als je een nieuw woord wilt vormen. Dit heet een samenstelling.

Over spelling van samenstellingen gaat het volgende filmpje.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Samenstellingen

meisje + fiets

Slide 14 - Question ouverte

Maak een samenstelling van de woorden:
elektriciteit + centrale

Slide 15 - Question ouverte

Samenstellingen
korting + sticker = ...

Slide 16 - Question ouverte

Maak een samenstelling van de woorden:
belasting + dienst

Slide 17 - Question ouverte

Bedenk zelf 3 samenstellingen met een tussen -s.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

ezelsbruggetje
Altijd een tussen-n, behalve 1-2-3.
1: als er maar "1" van is (zon, koningin, maan), 
2: als er 2 meervouden zijn (hoogte, seconde) 
 3: meervoud bestaat niet (rijst, benzine, maar ook beresterk, want het is geen beer).

Slide 21 - Diapositive

Samenstellingen
groente+soep =

Slide 22 - Question ouverte

samenstellingen
aap + trots

Slide 23 - Question ouverte

Samenstellingen
leraar + opleiding

Slide 24 - Question ouverte

Bedenk 3 samenstellingen met tussen -en.

Slide 25 - Question ouverte

Een check of je inderdaad samenstellingen goed kan schrijven.
  • Je krijgt hiervoor 5 opgaven.
  • Eén minuut per vraag.
  • Nodig: je telefoon

Slide 26 - Diapositive

Opgave 1, hoe schrijf je :
Ik eet graag pannenkoeken/pannekoeken. Leg uit.

Slide 27 - Question ouverte

Opgave 2, hoe schrijf je:
Nec speelde berengoed/beregoed.
Leg uit waarom.

Slide 28 - Question ouverte

Opgave 3, hoe schrijf je:
Amsterdam heeft een hoog geboortencijfer/geboortecijfer. Leg uit. waarom

Slide 29 - Question ouverte

Opgave 4, hoe schrijf je:
personeel+ chef. Leg uit waarom.

Slide 30 - Question ouverte

Opgave 5, hoe schrijf je:
keuze + pakket. Leg uit waarom.

Slide 31 - Question ouverte

Maken:
Online Nederlands 
blok 4
spelling

Slide 32 - Diapositive