2HV Blok 4 Grammatica 5 - Voegwoord - opdracht 12

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les van vandaag

Herhaling theorie over voegwoord.
Opdracht 12 behandelen.

Doel: Je kunt onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden van elkaar onderscheiden en benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een onderschikkend en nevenschikkend voegwoord?

Slide 3 - Carte mentale

Opdracht 12
Benoem in de volgende zinnen het voegwoord.

Slide 4 - Diapositive

De boer heeft het land omgeploegd, zodat hij volgende week aardappels kan planten.

Slide 5 - Question ouverte

De boer heeft het land omgeploegd, zodat hij volgende week aardappels kan planten.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 6 - Quiz

Wist je dat mijn buurman vorig jaar een groot geldbedrag in de loterij heeft gewonnen?

Slide 7 - Question ouverte

Wist je dat mijn buurman vorig jaar een groot geldbedrag in de loterij heeft gewonnen?
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 8 - Quiz

De fruitboom heeft mooi gebloeid, maar door de droogte blijven de vruchten weg.

Slide 9 - Question ouverte

De fruitboom heeft mooi gebloeid, maar door de droogte blijven de vruchten weg.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 10 - Quiz

De geplande stranddag voor de tweedeklassers zeg ik af als het blijft regenen.

Slide 11 - Question ouverte

De geplande stranddag voor de tweedeklassers zeg ik af als het blijft regenen.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 12 - Quiz

De marktkoopman heeft zijn prijzen verhoogd, want de huur voor de kraam is gestegen.

Slide 13 - Question ouverte

De marktkoopman heeft zijn prijzen verhoogd, want de huur voor de kraam is gestegen.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 14 - Quiz

Het alarm van die auto ging af toen de poes op het dak van de auto sprong.

Slide 15 - Question ouverte

Het alarm van die auto ging af toen de poes op het dak van de auto sprong.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de vier nevenschikkende voegwoorden?

Slide 17 - Question ouverte

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 18 - Carte mentale

Huiswerk
Par. Spelling
Maken opdracht 
1, 3 en 4
in eDition

Slide 19 - Diapositive