Respect - taalgebruik 1K

• Mentorles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Zeggen wat je denkt?

Respect voor anderen en nog meer?

Wat hadden de personen in dit filmpje anders kunnen doen?

Hoeveel respect heb je voor ouderen?

1. veel respect
2. gemiddeld respect
3. weinig respect

Hoeveel respect heb je voor kinderen?

1. veel respect
2. gemiddeld respect
3. weinig respect

Hoeveel respect heb je voor de natuur?

1. veel respect
2. gemiddeld respect
3. weinig respect

Hoeveel respect heb je voor gebouwen?

1. veel respect
2. gemiddeld respect
3. weinig respect

Hoeveel respect heb je voor dieren?

1. veel respect
2. gemiddeld respect
3. weinig respect

Wat houdt respect volgens jou in?

Neem iemand in gedachten uit je omgeving voor wie jij veel respect hebt!

Geef een argument waarom je respect hebt voor die persoon.

Situatie

Je bent in de supermarkt. Je hebt de boodschappen verzameld voor je moeder. Als je bijna bij de kassa bent,  krijg je een appje van je moeder. Ze heeft nog tomatensaus gevonden, die hoef je dus geen nieuwe te kopen! Wat doe je met de tomatensaus in je mandje?

Wat doe je met de tomatensaus in je mandje?

Situatie 2

Je loopt op school naar de kapstokken en komt bij de klapdeuren. Die vallen vanzelf dicht als je ze loslaat. Een paar meter achter je komt een andere leerling aanlopen, die ook door de klapdeuren wil. Wat doe je?

Wat doe je?

Bellen terwijl je aan de kassa staat.

1. respectvol
2. respectloos

De buschauffeur begroeten als je de bus in stapt.

1. respectvol
2. respectloos

Je/Jij zeggen tegen iemand die ouder is dan jij.

1. respectvol
2. respectloos

Kanker als bijvoeglijke naamwoord gebruik (het is kanker slecht weer buiten).

1. respectvol
2. respectloos

Ik ga respectvol met al mijn klasgenoten om.

1. Ja!
2. Het lukt me vaak niet
3. Het lukt me soms niet
4. Nee

Je moet alleen respect hebben voor mensen die jou ook respecteren.

1. Eens
2. Oneens

Hoe ga je respectvol met je klasgenoten om? Wat doe je juist wel? en wat doe je juist niet?

Ik wil respectvol met mijn klasgenoten omgaan.

1. Ja
2. Nee
3. Niet bij allemaal

Als laatste een stelling:
Als iedereen een beetje respect voor elkaar had dan was de wereld een stuk mooier.

1. Eens
2. Oneens
3. Dat ligt eraan..