Les 7, 8 en 9 - Tekenen Mavo 4 - Periode 1 SE2

Week 38 
Les 7, 8 en 9 
Tekenen  - Mavo 4

Periode 1 - SE2

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Week 38 
Les 7, 8 en 9 
Tekenen  - Mavo 4

Periode 1 - SE2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 14-9
  • Nakijken huiswerk (vraag 1 t/m 11) - morgen 15-9 (vraag 12 t/m 22)
    lezen Kunst Aktief (KA), blz. 10 t/m 13 en maken de vragen 1 t/m 22 (vragenblad heb je in de les gekregen)

    Typ je antwoorden in een Google document.
    Lezen uit Basis Beeldende Begrippen: H3 - Aspecten van de voorstelling, blz. 29 t/m 31

  • Verder werken aan onderdeel B - Beeldonderzoek De Stad
     Denk er aan dat je ook de planning invult!

Slide 2 - Diapositive

Vandaag 15-9
  • Nakijken huiswerk 15-9 (vraag 12 t/m 22)


  • Huiswerk 21-9: lezen Kunst Aktief (KA), blz. 14 en 15, en maken de vragen 23 t/m 35 (vragenblad heb je in de les gekregen) 
    Typ je antwoorden in een Google document.  
  • Lezen uit Basis Beeldende Begrippen: H3 - Aspecten van de voorstelling, blz. 29 t/m 31, m. Bloemstilleven oef. 1 / oef. 2 / oef.3 
    Verder werken aan onderdeel B - Beeldonderzoek De Stad
  • Denk er aan dat je ook het procesverslag invult!
    Vandaag stoppen we eerder i.v.m. brandoefening om 10.00 uur!

Slide 3 - Diapositive


Antwoorden 

Thema: De Stad

H3 - Groen in de stad

Slide 4 - Diapositive

3. Groen in de stad
Lees de tekst 
Een stadspark als Engelse landschapstuin. 
23. Bekijk afbeelding 1.27.  

In een stadspark wordt veel aan sport gedaan.
⇨ Welke functies, behalve als sportgebied, heeft een stadspark nog meer? Noem er nog twee.
Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Ontmoeten/chillen/praten/samenkomen; 
- Ontspannen/zonnen/relaxen; 
- Recreëren: concerten/festivals/activiteiten rondom Koningsdag en Bevrijdingsdag, etc. 
- Genieten van de natuur/vogels spotten/vissen; 
- Beweging: wandelen/paardrijden/fietsen; 
- Milieuverbetering: compensatie voor stikstofuitstoot.

Slide 5 - Diapositive

24. Bekijk afbeelding 1.28.
Het beeld The Lazy King ligt er ontspannen bij. ⇨ Geeft twee voorstellingsaspecten van het beeld die ontspanning uitstralen. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Het beeld ligt op zijn rug. 
- De rechterhand ligt onder het hoofd. 
- Het linkerbeen is opgetrokken. 
- De linkerarm rust op het linkerbovenbeen. 
- Het rechterbeen is iets gebogen, in een
ontspannen houding.

Slide 6 - Diapositive

25. Bekijk afbeelding 1.30.
⇨ Noem je dit beeld ruimte-innemend of 
ruimte-omvattend? 
  • Licht je antwoord toe. 

Ruimte-innemend. 
Het oogt als een massief beeld en je kunt 
er niet doorheen kijken. Het kan als het ware 
niets anders ‘omvatten’ dat voor de toeschouwer 
te zien is. 

Slide 7 - Diapositive

Lees de tekst Strakke lijnen in de formele Franse tuin. 

26. Bekijk afbeelding 1.28 en afbeelding 1.30.
Er zijn grote stijlverschillen tussen het beeld The Lazy King en het beeld in de fontein. ⇨ Noem een aspect van de voorstelling en een voorbeeld van het aspect vorm die de stijlverschillen benadrukken. 

Voorstelling: 
- The Lazy King heeft een moderne pose, het beeld op de fontein heeft een pose die we
kennen van klassieke kunst. 
Vorm: 
- The Lazy King is gestileerd, het beeld op de fontein is gedetailleerd. 
- The Lazy King heeft geen realistische/kloppende maatverhouding, het beeld op de fontein wel.

Slide 8 - Diapositive

27. Bekijk afbeelding 1.28 en afbeelding 1.30.  
Naast de stijlverschillen tussen beide beelden zijn er ook overeenkomsten.
Noem twee aspecten van de vormgeving die overeenkomen. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Structuur: beide beelden zijn glad. 
- Kleur: beide beelden zijn wit. 
- Ruimte: beide beelden zijn massief/ruimte-innemend. 
- Vorm: beide beelden zijn figuratief.


Slide 9 - Diapositive

28. Bekijk afbeelding 1.30.
De vormgeving van de fontein suggereert rijkdom.
⇨ Noem twee aspecten van de fontein die rijkdom suggereren. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Marmeren beeld. 
- Goudkleur. 
- Bewerkelijke vormgeving (met details). 
- Meerdere onderdelen (waterspuwers, beelden 
van vogels) die het beeld complexer en 
 dus luxueuzer maken.  


Slide 10 - Diapositive

29. Bekijk afbeelding 1.29.
⇨ Noem een aspect van de vormgeving van de tuin waaraan je kunt zien dat de mens over de natuur heerst. Leg je antwoord uit. 

Voorbeeld van een juist antwoord is: 
- Vorm: gestileerde en strakke in plaats van
geometrische vormen van de buxus, hagen, 

hegjes, etc. 
- Compositie: symmetrie. 
- Kleur: monotone kleur (dat zie je in
de natuur niet vaak) 

 


Slide 11 - Diapositive

Lees de tekst Een park in plaats van een spoorlijn. 
30. Bekijk afbeelding 1.31.
De aanleg van een park als het High Line Park in New York was geen gemakkelijke zaak. Er waren voor- en tegenstanders van de aanleg.
⇨ Welk argument kunnen voorstanders geven? En wat is een argument van de tegenstanders

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
Voorstanders: 
- Het gebied wordt aantrekkelijker. 
- Het gebied krijgt meer mogelijkheden voor ontspanning, 
ontmoeten en recreatie. 
- Het vastgoed in de omgeving wordt meer waard. 
 Tegenstanders: 
- De aanleg is duur. 
- De grond kan ook gebruikt worden voor verkeer, 
parkeergelegenheid of een project dat wel geld oplevert.


Slide 12 - Diapositive

Lees de tekst ‘Guerrilla gardening’. 

31. Bekijk afbeelding 1.32.
De voorstelling is door de kunstenaar van mos gemaakt.
⇨ Verklaar aan de hand van dit materiaalgebruik het begrip textuur. 

Textuur heeft te maken met de manier
waarop iets is samengesteld en welke
indruk het oppervlak ervan wekt. Textuur 
gaat om hoe de oppervlakte van materiaal 
aanvoelt. Mos is zacht, stroef en oneffen.



Slide 13 - Diapositive

32. Bekijk afbeelding 1.32.
Het beeld van de stier is vereenvoudigd. Toch zal iedereen onmiddellijk herkennen wat de voorstelling is.
⇨ Welk aspect van de vormgeving is vereenvoudigd? 

Vorm: 
de details ontbreken en de vorm is teruggebracht tot de specifieke kenmerken van een stier. Het accent ligt vooral op de hoorns.




Slide 14 - Diapositive

34. Bekijk afbeelding 1.33.
Bij ‘guerrilla gardening’ leggen burgers kleine tuintjes aan in de openbare ruimte. ⇨ Noem een aspect van ‘guerrilla gardening’ dat ook voor graffiti geldt. 

Voorbeelden van een juist antwoord zijn: 
- Ze zijn beide niet toegestaan. 
- Beide werken zijn in principe tijdelijk en zo nodig te verwijderen. 
- Beide kunstvormen maken vaak gebruik van de omgeving waarin ze geplaatst worden. 




Slide 15 - Diapositive

Lees de tekst Het dak op.

35. Bekijk afbeelding 1.31 en 1.34.
Het spoorpark en de kantoortuin hebben allerlei functies.
⇨ Geef bij elk van de onderstaande functies een voorbeeld voor het spoorpark of de kantoortuin. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
Recreatie: 
Ontspanning tijdens de lunch, sociale contacten aangaan en onderhouden. 
Decoratie: 
Sierbeplanting. 
Bescherming: Wateropvang bij stortbuien, isolatie tegen hitte en kou. 




Slide 16 - Diapositive


Antwoorden 

Thema: De Stad

H4 - Bouwen in de stad

Slide 17 - Diapositive

4. Bouwen in de stad
 
Lees de tekst Antieke en postmoderne bouwkunst. 

36. Bekijk afbeelding 1.35. 
⇨ De tempel maakt een statische indruk.
Geef twee kenmerken van de ordening die voor deze indruk zorgen. 

- Het gebouw is symmetrisch. 
- Het gebouw heeft veel horizontale en
verticale beeldlijnen, weinig schuine en
kromme lijnen. 

Slide 18 - Diapositive

37. Bekijk afbeelding 1.35 en 1.36.
Sommige elementen van het Team Disney Building lijken op die van de tempel van Agrigento.
Noem twee overeenkomende elementen

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Timpaan (driehoeksvorm). 
- Zuilen. 
- Kapitelen. 
- Kleur. 
- Benadrukking van horizontale en
verticale lijnen. 

Slide 19 - Diapositive

Lees de tekst Museum aan de Stroom, Antwerpen. 

38. Bekijk afbeelding 1.37.
De schets geeft het MAS weer vanuit een laag standpunt.
⇨ Waaraan zie je dat het MAS is getekend vanuit een laag standpunt? 

Voorbeelden van een juist antwoord zijn: 
- Je kijkt tegen de onderkant van de verdiepingen aan. 
- De verdwijnende verticale lijnen van de gevels lopen 
naar elkaar toe naarmate je hoger komt.

Slide 20 - Diapositive

39. Bekijk afbeelding 1.37.
⇨ Waaraan kun je zien dat het om een schets gaat en niet om een definitieve tekening? 

Voorbeelden van een juist antwoord zijn: 
- Er is geen liniaal gebruikt, maar er is uit de losse hand getekend met onregelmatige
lijndiktes. 
- De tekening is globaal opgezet, waarbij de lijnstukken op het einde doorlopen. 
- De tekening heeft vage kleurvlekken en is snel met waterverf ingekleurd. 
- De vegetatie is gestileerd weergegeven.  


Slide 21 - Diapositive

40. ⇨ Noem een reden waarom architecten eerst schetsen maken en niet meteen een definitieve bouwtekening maken.

Voorbeelden van een juist antwoord zijn: 
- Om zo een (3D-)beeld te krijgen van het eindresultaat. 
- Om de definitieve ontwerpkeuzes vast te stellen. 
- Om als leidraad te dienen voor het uitvoeren van het ontwerp. 
- Om bij een presentatie voor de opdrachtgever(s) te tonen. 
- Om de sfeer van het uiteindelijke gebouw op voorhand te kunnen laten zien. 


Slide 22 - Diapositive

41. Bekijk afbeelding 1.38.
Maquettes geven een betere indruk van een gebouw dan tekeningen.
⇨ Noem twee doelen die je met een maquette beter kunt bereiken dan met een tekening. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
  1. - Tonen hoe ruimtelijk een ruimte of gebouw is (dus niet alleen lengte en breedte tonen, maar ook de hoogte. Dat is een belangrijke factor in hoe ruimtelijk een plek aanvoelt). 
  2. - De toekomstige gebruiker of de investeerders een beeld te geven van hoe ruimtes zich ten opzichte van elkaar verhouden.


Slide 23 - Diapositive

Lees de tekst “Een woning is een machine”. 

42. Bekijk afbeelding 1.39.
⇨ Waar bevindt zich het verdwijnpunt op de afbeelding? 
Beschrijf wat vluchtlijnen zijn. 

Het verdwijnpunt zie je op de afbeelding linksonder van het midden: het is het punt op de horizon waar de kade, het talud, de weg en de lijn van de gebouwen samenkomen. 
Vluchtlijnen zijn hulplijnen die je kunt gebruiken om iets in perspectief te tekenen en die je helpen om verhoudingen goed te krijgen. Vluchtlijnen zijn diagonale lijnen die van de buitenste ring van het tekenvel naar het gekozen punt van samenkomst (verdwijnpunt) lopen.
 


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

43. Bekijk afbeelding 1.40.
⇨ Wat is de overheersende lijnrichting in dit gebouw? 

Horizontale lijnen overheersen. 


Slide 26 - Diapositive

44. Bekijk afbeelding 1.40.
De balkonmuren hebben verschillende kleuren. 
⇨ Leg het begrip dynamisch uit aan de hand van het kleurgebruik. 

Een voorbeeld van een goed antwoord is: 
Dynamisch betekent beweeglijk. 
De kleurcontrasten en ritmische herhalingen van kleur zorgen voor bewegelijkheid in het gebouw. 



Slide 27 - Diapositive

45. Bekijk afbeelding 1.35 en 1.41.
De twee gebouwen hebben veel overeenkomsten. ⇨ Noem twee voorbeelden van het aspect compositie waarin de gebouwen overeenkomen. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Beide gebouwen zijn symmetrisch. 
- Beide gebouwen hebben kolommen rondom. 
- Beide gebouwen hebben horizontale beeldlijnen. 



Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

46. Bekijk afbeelding 1.40 en 1.41.
Le Corbusier heeft vijf uitgangspunten voor moderne architectuur. Een daarvan is dat de kern van het gebouw op kolommen, vrij van de grond moet staan. 
⇨ Bedenk een voordeel en een nadeel van gebouwen die vrij van de grond op kolommen staan. 

Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
Voordeel: 
- Meer gebruikswaarde per vierkante meter (dus de dure bouwgrond kan effectiever gebruikt worden).
- Overdekte ruimte voor auto’s, fietsen, etc. 
- Schaduw bij hoge temperaturen. 
- Meer uitzicht vanaf de hoger gelegen ruimtes.

Nadeel: 
- Vocht (schimmel) onder de woonlaag. 
- Het gebouw is alleen bereikbaar via een trap of lift, dat is minder handig dan rechtstreekse toegang. 
- Er is een loze ruimte. 
- De open ruimte kan erg winderig zijn. 
- De bouwkosten zijn hoger door deze eis.





Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

47. Bekijk afbeelding 1.40 en 1.42.
De twee gebouwen hebben veel overeenkomsten.
Noem twee aspecten van de vormgeving waarin de gebouwen overeenkomen. En leg uit waar je dit ziet op de afbeelding. 
Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: 
- Lijn: horizontale lijnrichting. Dat zie je goed in de raampartijen. 
- Lijn/vorm: veel hoekige vormen en amper gebogen lijnen/vormen. Dat zie je goed in de ramen en balkons. 
- Structuur: open structuur van de begane grond. 

Op afbeelding 1.40 is dat omdat er geen woningen zijn, op afbeelding 1.42 is dat de langste verdieping en die is helemaal van glas. 
- Compositie/ordening: beide gebouwen lijken op kolommen te staan. Zie hierboven.





Slide 32 - Diapositive