Conclusie: water mengt met ammoniak, want een polaire stof mengt met een polaire stof.
Dit kan je ook aangeven in een tekening waarbij je de waterstofbruggen tekent (geef ook de polaire atoombindingen aan).
Slide 23 - Diapositive
Emulgator
Slide 24 - Diapositive
Teken 2 moleculen ammoniak en 2 moleculen water en minimaal 3 waterstofbruggen tussen de moleculen.
Slide 25 - Question ouverte
Zet de moleculen op volgorde van oplopend kookpunt. Zoek de kookpunten niet op, maar verklaar aan de hand van de structuurformule en betrokken bindingstypen.
CH4 (methaan), C2H6 (ethaan), CH3OH (methanol)
A
methaan, ethaan, methanol
B
ethaan, methaan, methanol
C
methanol, ethaan, methaan
D
methanol, methaan, ethaan
Slide 26 - Quiz
Uitleg quizvraag
Methanol kan als enige een H-brug vormen, vanwege de OH-groep.
Ethaan heeft een hogere massa dan methaan, dus de vanderwaalsbinding in ethaan is sterker dan in methaan.
De H-brug is sterker dan de vanderwaalsbinding, dus methanol heeft het hoogste kookpunt.
Volgorde van laag naar hoog kookpunt: methaan, ethaan, methanol.
Slide 27 - Diapositive
geen waterstofbrug
wel waterstofbruggen
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
N2
O2
CH2Cl2
NO2
H2O2
CaCO3
NaCl
Slide 28 - Question de remorquage
Zouten in water
Binding tussen Na+ en Cl- heet een ionbinding
Bij oplossen van een zout in water worden de ionbindingen verbroken
Slide 29 - Diapositive
Zouten in je lichaam
Je lichaam bestaat voor meer dan 60% uit water met daarin zouten opgelost. De nieren regelen dit allemaal om ervoor de zorgen dat de concentratie op het juiste niveau blijft.
Tijdens het hevig sporten kan je het beste een ORS-oplossing nemen i.p.v. een sportdrank.
Slide 30 - Diapositive
Molariteit vs [ion]
Definities
Molariteit: hoeveelheid van een stof per volume-eenheid in mol/l
[ion]: de concentratie van een ion in een oplossing in mol/l
We lossen 0,4 mol calciumchloride op in 1 liter water
Reactievergelijking:
CaCl2 (s)
Ca2+ (aq)
+
2 Cl-(aq)
Verhoudingen
1
1
2
Molariteit
0,4 M
Concentratie ionen
0,4mol/l
0,8 mol/l
Slide 31 - Diapositive
Concentratie
Slide 32 - Diapositive
Verdunnen
Verdunnen: toevoegen van water waardoor de [ion] afneemt.
Hoeveelheid deeltjes per volume eenheid wordt minder
Slide 33 - Diapositive
Molariteit
Notatie Molariteit: je noteer molariteit als rechte haken om de formule van de opgeloste stof.
Voorbeelden:
[C6H12O6] = molariteit van opgeloste glucose
[Na+] = molariteit van de opgeloste natrium-ionen
[CO32-] = molariteit van de opgeloste carbonaationen
Slide 34 - Diapositive
oplosvergelijking: Al2(SO4)3 (s) -> 2 Al 3+ (aq) + 3 SO4 2- (aq)
molverhouding: 1 : 2 : 3
dus: 1,0 mol 2,0 mol 3,0 mol
[Al3+ ] = n : V
[Al3+ ] = 2,0 : 2,0 L = 1,0 M
Slide 35 - Diapositive
Molariteit
We lossen 6,0 gram calciumchloride op in water.
Er ontstaat een oplossing met een volume van 500 mL.
a. Bereken het aantal mol opgeloste calciumchloride.
b. Bereken de molariteit van de ionconcentraties.
(dus de molariteit van de calciumionen en de chloride-ionen)
Slide 36 - Diapositive
We lossen 6,0 gram calciumchloride op in water. Er ontstaat een 500 mL oplossing. a. Bereken het aantal mol opgeloste calciumchloride. b. Bereken de molariteit van de ionconcentraties. (dus de molariteit van de calciumionen en de chloride-ionen)
Slide 37 - Question ouverte
CaCl2 --> Ca2+ (aq) + 2 Cl- (aq)
6,0 g CaCl2 / 110,98 g/mol = 0,054 mol
CaCl2 : Ca2+ = 1: 1, dus ook 0,054 mol Ca2+
CaCl2 : Cl- = 1: 2, dus 0,054 x 2 = 0,108 mol Cl-
[Ca2+] = 0,054 / 0,500 = 0,108 M
[Cl-] = 0,108 / 0,500 = 0,216 M
Slide 38 - Diapositive
Zeep
De hydrofobe staarten gaan aan de stof hechten , de hydrofiele koppen gaan aan de waterkant liggen.
Hierdoor komt de olie los van de stof en kan het met water worden weggespoeld. De olie emulgeert dus met water door de zeep.
Emulsie is een mengsel van water en olie, een emulgator zorgt er voor dat dit mengsel van ontstaan. Zeep is hier de emulgator.
Slide 39 - Diapositive
Werking van zeep
Een zeepmolecuul ziet er ongeveer zo uit. Een kop die van water houdt (hydrofiel) en een staart die niet van water houdt (hydrofoob).
Slide 40 - Diapositive
Schoonmaakmiddelen
Zeep = emulgator
natrium-stearaat (NaC17H35COO)
Slide 41 - Diapositive
Vul het verhaaltje in!
Hexaan kan ( ) goed mengen met water, doordat hexaan geen ( ) kan vormen.
Water kan dit ( ) , hierdoor is water een ( ) stof.