Paragraaf 5.3 oplosbaarheid en groepsopdracht 2

Paragraaf 5.3 oplosbaarheid
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 5.3 oplosbaarheid

Slide 1 - Diapositive

Programma van vandaag 
Eerste uur 
herhaling
uitleg oplosbaarheid (par. 5.3)
weektaak 
Tweede uur 
oplosbaarheid zouten 
groepsopdracht 

Slide 2 - Diapositive

Wat leer je? 
  • hoe hydrofiele en hydrofobe stoffen zich gedragen bij oplossen
  • meer details over wat er met zouten gebeurt tijdens oplossen  

Slide 3 - Diapositive

Polair vs apolair
Polair:
  • OH, NH (of FH) groep in molecuul 
  • wel H-bruggen 
  • vb ethanol
Apolair:
  • geen OH, NH (of FH) groep in molecuul 
  • geen H-bruggen 
  • vb ethaan

Slide 4 - Diapositive

Hydrofiel & hydrofoob
Stoffen met polaire moleculen  zijn hydrofiel (mengen goed met water).

Stoffen met apolaire moleculen zijn hydrofoob (mengen slecht met water).

Slide 5 - Diapositive

Soort zoekt soort
hydrofiel (polaire moleculen) mengt met hydrofiel 
hydrofoob (apolaire moleculen) mengt met hydrofoob
(en andersom niet)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Geldt ook bij oplosbaarheid
hydrofiele stoffen lossen alleen op in hydrofiele oplosmiddelen 
hydrofobe stoffen lossen alleen op in hydrofobe oplosmiddelen 
Hoe kun je op microniveau zien dat glucose goed oplost in water? 

Slide 8 - Diapositive

Oplosbaarheid 
Wat gebeurt er op microniveau als een stof wordt opgelost?

--> alle bindingen tussen de moleculen worden verbroken en opnieuw gevormd

Slide 9 - Diapositive

Welke bindingen zitten er:
  • tussen moleculen van hydrofiele stoffen (polair)?
  •  tussen moleculen van hydrofobe stoffen (apolair)?

Denk hier eens over na
-Eerst alleen (+/- 2 minuten)
-Daarna (op mijn teken) delen met buur (+/- 2 minuten) 
-Tot slot klassikaal bespreken 

Slide 10 - Diapositive

Welke bindingen tussen moleculen? 
polair/ hydrofiel
  • molecuul-/vanderwaalsbindingen 
  • waterstofbruggen 
apolair/ hydrofoob
  • molecuul-/vanderwaalsbindingen 

Slide 11 - Diapositive

Bij hydrofobe stoffen 
Voorbeeld: het oplossen van jood in hexaan 
  1. De VanderWaalsbindingen in het jood verbreken 
  2. Er vormen zich nieuwe VanderWaalsbindingen tussen het jood en het hexaan 

Slide 12 - Diapositive

Bij hydrofiele stoffen 
Voorbeeld is het oplossen van ethanol in water 
  1. De VanderWaalsbindingen en waterstofbruggen in het ethanol verbreken  
  2. Er vormen zich VanderWaalsbindingenen waterstofbruggen tussen de watermoleculen en de ethanolmoleculen 

Slide 13 - Diapositive

Bij hydrofiele stoffen 
Voorbeeld is het oplossen van ethanol in water 
  1. De VanderWaalsbindingen en waterstofbruggen in het ethanol verbreken  
  2. Er vormen zich VanderWaalsbindingenen waterstofbruggen tussen de watermoleculen en de ethanolmoleculen 

Slide 14 - Diapositive

Bij hydrofiele stoffen 
Voorbeeld is het oplossen van ethanol in water 
  1. De VanderWaalsbindingen en waterstofbruggen in het ethanol verbreken  
  2. Er vormen zich VanderWaalsbindingenen waterstofbruggen tussen de watermoleculen en de ethanolmoleculen 

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag 
zie weektaak 
(30 en 32 kunnen nu nog niet)

Slide 16 - Diapositive

Zouten 
Welke bindingen zitten in zouten? 
ionbinding

Slide 17 - Diapositive

 zouten 
Oplossen kaliumjodide:
KI (s) --> K+ (aq) + I- (aq)

  • Watermoleculen groeperen rond de ionen

  •  Welke kant van de watermoleculen richten zich
          -        Naar een positief geladen ion?
          -        Naar een negatief geladen ion?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag 
Groepsopdracht

Slide 20 - Diapositive

In groepjes 
Luidop denkend
Drie groepsrollen:
  • Voorzitter: degene die luidop voorleest en iedereen scherp houdt 
  • denker: degene die luidop nadenkt en zijn/haar associaties deelt (associatie=waar denk je aan bij deze opgave)
  • Schrijver: schrijft mee met alles wat er gezegd wordt   

Slide 21 - Diapositive