herhaling methodes

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

verpleegkundig handelen.

Let op! Graag nog persoonlijk leerdoel opstellen!

Inhoud van de les

Herhaling opstellen verpleegplan. 

Casus dhr. Bos

• Casus, dhr Bos
  
• 60 jarige man, met T1DM sinds 50 jaar
• Insulinepomp therapie 
• HbA1c 54
  
• Reguliere poliklinische controle
  
• Hij is wat recalcitrant, lastig gesprek, zo ken je hem helemaal niet

6 stappen van Klinisch redeneren

1. Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld: benoemen en beargumenteren.
   
2. Klinische probleemstellingen: beredeneren kernproblemen op: somatisch, psychosociaal en ADL-gebied.
   
3. Aanvullend klinisch onderzoek: meedenken met de arts.
   
4. Klinisch beleid: beredeneren aanpak voor kernproblemen.
   
5. Klinisch verloop: beredeneren verloop van en beleid voor de ziekte.
   
6. Nabeschouwing: beschouwen van de gehele zorgsituatie, eigen aandeel en leermomenten.

Stel een probleem op aan de hand van de PES. En een bijpassend doel aan de hand van de RUMBA regel

Formuleer het probleem volgens de PES

Probleem: Wat is het probleem volgens jouw verpleegkundige observatie? Wat voor klachten heeft de patiënt? Wat voor beperkingen leveren die klachten voor de patiënt op?

Etiologie: Welke oorzaken van het probleem neem je waar?

Welke samenhangende factoren zijn van invloed?

Symptomen: Welke symptomen neem je waar? Hoe reageert de patiënt op de problematiek?

Doel adhv RUMBA

R= relevant. Het doel moet relevant, actueel en ter zake doend zijn voor de persoon die het doel moet gaan bereiken.

U= understandable (begrijpelijk) Het doel moet goed te begrijpen zijn voor alle betrokkenen. Het doel moet in begrijpelijke taal beschreven staan.

M= measurable (meetbaar) Het doel moet meetbaar zijn. Hoelang wil je erover doen? 

B= behavioral (gedrag).Een doel moet concreet waarneembaar zijn oftewel, het te bereiken doel moet goed te zien zijn.

Casus vervolg...

• Na enige overreding lukt het om de glucose gemeten te

krijgen, deze blijkt 1.6

• Patiënt voelt toch wat klam, maar heeft verder geen

klachten

• Hij wordt behandeld volgens het hypo protocol met 6

dextro en langwerkende koolhydraten

SBAR

Situation (situatie): dit gaat over...

Background (achtergrond): Achtergrond

Assesment (beoordeling): Ik denk dat dit het probleem is

Reccommendation (aanbeveling): Ik denk dat je...

Schrijf een een rapportage/overdracht volgens SBAR.

Zou er een situatie kunnen ontstaan waarin je de ABCDE methode gebruikt? Leg uit!

En de EWS? Wanneer gebruik je die?
Heb je daar ervaring mee?

6 stappen van Klinisch redeneren

1. Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld: benoemen en beargumenteren.
   
2. Klinische probleemstellingen: beredeneren kernproblemen op: somatisch, psychosociaal en ADL-gebied.
   
3. Aanvullend klinisch onderzoek: meedenken met de arts.
   
4. Klinisch beleid: beredeneren aanpak voor kernproblemen.
   
5. Klinisch verloop: beredeneren verloop van en beleid voor de ziekte.
   
6. Nabeschouwing: beschouwen van de gehele zorgsituatie, eigen aandeel en leermomenten.

Straks vervolg casus mevr. van Dijk!

 Mevr van DIJK, 

LWP 13741 (5 min)

Pak de casus erbij en lees deze goed door tot en met de eerste opdracht 1a t/m 1f.

Wat zou jij doen?

Mevr. van Dijk stelt veel vragen. Ze is erg onrustig en raakt in paniek. Ze vraagt aan jou of ze niet alsjeblieft een sigaretje mag gaan roken omdat ze daar rustig van wordt.

De arts wil graag met mevrouw het NTBR beleid bespreken. Beschrijf wat jij hiervan vindt in dit stadium?

Aan het werk in LWP groepjes

werken aan opdrachten 1a t/m 1f

Volgende les:

Het hart en hart klachten.

• Je hebt je leerdoel opgesteld
• Je bereid je voor door in je anatomie boek het hart opnieuw te bestuderen.