8. Stopafstand (VWO) SCHN (niet gedaan in 2024/2025)

Klas 2 H/V
8. Stopafstand (VWO)
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Klas 2 H/V
8. Stopafstand (VWO)

Slide 1 - Diapositive

Wat is de reden dat je niet met 80 km/h door een woonwijk mag rijden? 

Slide 2 - Diapositive

Omdat je dan heel veel afstand en tijd nodig hebt om stil te komen te staan. Dat is gevaarlijk.
Wat is de reden dat je niet met 80 km/h door een woonwijk mag rijden? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Stopafstand

Slide 5 - Diapositive

Stopafstand
2

Slide 6 - Diapositive

Hoe groter de snelheid, hoe groter de remweg

Slide 7 - Diapositive

Hoe groter de snelheid, hoe groter de remweg

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Remweg
1
2
3
4

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat is de reden dat je niet op je telefoon mag tijdens het autorijden/fietsen?

Slide 12 - Diapositive

Omdat je reactietijd dan te lang is, dan is je reactie-afstand ook te lang. Dit beïnvloedt niet de remweg.
Wat is de reden dat je niet op je telefoon mag tijdens het autorijden/fietsen?

Slide 13 - Diapositive

Wat heeft nog meer invloed op de stopafstand?

Slide 14 - Diapositive

Wat heeft nog meer invloed op de stopafstand?
1. Remkracht: weinig profiel op de banden, een gladde weg en slechte remmen kunnen zorgen voor een langere remweg en dus een langere stopafstand.
2. Massa van het voertuig: wanneer het een zwaar voertuig is moet er harder geremd worden om stil te staan. Een zwaarder voertuig zorgt dus voor een langere remweg en stopafstand 
Deze 2 beïnvloeden niet de reactieafstand

Slide 15 - Diapositive

Stopafstand omlaag
1
2
3
4
5
6
7

Slide 16 - Diapositive

Stopafstand omlaag

Slide 17 - Diapositive

Je hebt de reactieafstand, de remweg en de stopafstand. Welke formule klopt?
A
reactieafstand = remweg + stopafstand
B
remweg = reactieafstand + stopafstand
C
stopafstand = reactieafstand + remweg
D
remweg = reactieafstand-stopafstand

Slide 18 - Quiz

Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Welke van deze drie afstanden verandert als de bestuurder flink gedronken heeft?
A
remweg + stopafstand
B
reactieafstand + stopafstand
C
alle afstanden
D
reactieafstand + remweg

Slide 19 - Quiz

Jaro is moe en zijn reactietijd is daardoor een stuk langer dan normaal.
Wat gebeurt er dan met de reactieafstand, de remweg en de stopafstand?
A
De reactieafstand en de remweg worden langer; de stopafstand blijft gelijk.
B
De reactieafstand en de stopafstand worden langer; de remweg blijft gelijk.
C
De remweg en de stopafstand worden langer; de reactieafstand blijft gelijk.
D
De reactieafstand wordt langer; de remweg en de stopafstand blijven gelijk.

Slide 20 - Quiz

De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m.
Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter

Slide 21 - Quiz

De reactie-afstand is 90 meter. De snelheid is 100 km/h.
Wat is de stopafstand?

Slide 22 - Question ouverte

Bereken de stopafstand in meter voor een fietser die 20 km/h rijdt, een reactietijd heeft van 1,0 seconde en een remweg van 8,2 meter.

Slide 23 - Question ouverte

Beantwoord de vraag

Slide 24 - Question ouverte

Deze video geeft een samenvatting over deze les. 
Ook zitten er een paar goede oefenopgaven met uitwerking bij.

Slide 25 - Diapositive

Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 7 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven

Slide 26 - Diapositive

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 27 - Diapositive

Opdracht 1.
Je kunt je snelheid verminderen om je remweg te kleinen Noem nog drie maatregelen waarmee je de remweg (van een auto) korter kan maken

Slide 28 - Question ouverte

Antwoord opdracht 1
Goed antwoord
- Goed profiel op de banden
- Auto lichter maken (niet te zwaar beladen)
- Goede remmen
- Niet op een gladde weg rijden

Fout:
- Geen alcohol/drugs/afleiding. Dit is fout want dit vergroot de reactieafstand, maar niet de remweg

Slide 29 - Diapositive

Opdracht 2.
Een auto moet stoppen voor een plotseling overstekend kind. Noem 2 maatregelen die je kunt nemen om je reactie-afstand te verkleinen.

Slide 30 - Question ouverte

Antwoord opdracht 2
Goed antwoord:
- Niet te snel rijden
- Geen alcohol/drugs/afleiding/smartphonegebruik

Fout:
- Verbeteren van remmen, banden of wegdek. Dit beïnvloedt de remweg, niet de reactieafstand 

Slide 31 - Diapositive

Beantwoord de vragen in je schrift en maak er een foto van. Geef je formules en berekening als je die gebruikt.
Antwoord b: 24 meter
Antwoord e: -5,33 m/s2
geef zelf je berekening

Slide 32 - Question ouverte

Antwoord opdracht 3
a. 1,5 seconde. Dit kun je zien omdat pas na 1,5 seconde de snelheid afneemt. Hij is dus 1,5 seconde aan het reageren, hierna gaat hij remmen
b. 


c. 3 seconden (van 1,5 seconde tot 4,5 seconde)
d. stopafstand = reactietijd + remweg
stopafstand = 24 + 24 = 48 m
stopafstand = 48 meter
e
a. 1,5 seconde. Dit kun je zien omdat pas na 1,5 seconde de snelheid afneemt. Hij is dus 1,5 seconde aan het reageren, hierna gaat hij remmen
b.

c. 3 seconden (van 1,5 seconde tot 4,5 seconde)
d. 
stopafstand = reactietijd + remweg
stopafstand = 24 + 24 = 48 m
stopafstand = 48 meter
e


Formule
s = v x t
(reactieafstand = snelheid x reactietijd)
Gegevens
v = 16 m/s
t = 1,5 s
Berekening
s =  v x t
s = 16 x 1,5 = 24 meter
Antwoord opdracht 3
Formule
a = ∆v/∆t
Gegevens
∆v = -16 m/s
∆t = 3 s
Berekening
a = ∆v/∆t
a = -16 / 3 = -5,33 m/s2
a = -5,33 m/s2

Slide 33 - Diapositive

Opdracht 4
De reactie-afstand is 60 meter. De snelheid is 60 km/h.
Wat is de stopafstand?

Slide 34 - Question ouverte

Antwoord opdracht 4
remweg = 22 meter (zie grafiek)
reactieafstand = 60 meter (zie tekst)
stopafstand = remweg + reactieafstand
stopafstand = 22 + 60 = 82 meter

Slide 35 - Diapositive

Opdracht 5:
Lisa heeft met haar brommer bij een snelheid van 15 km/h een remweg van 3 meter. Nu rijdt ze 60 km/h (16,7 m/s). Haar reactietijd is 1,1 seconde.

Wat is haar stopafstand? (tip: bereken eerst de remweg en reactie-afstand apart)
Het juiste antwoord is 66 meter.
Geef zelf je berekening met formules
Geef je berekening met formules

Slide 36 - Question ouverte

Antwoord opdracht 5
Remweg berekenen:
Bij 15 km/h is de remweg 3 meter
Nu moet je hem berekenen bij 60 km/h. (de snelheid is dus 4x zo groot)
Dit betekent dat de remweg 42x zo groot wordt. 42 = 16x
De remweg wordt dus 16x zo groot. 3 x 16 = 48 meter.

Reactie-afstand berekenen



Stopafstand berekenen
stopafstand = reactieafstand + remweg
stopafstand= 18 + 48 = 66 meter


Formule
s = v x t
(reactieafstand = snelheid x reactietijd)
Gegevens
v = 16,7 m/s
t = 1,1 s
Berekening
s =  v x t
s = 16,7 x 1,1 = 18 meter

Slide 37 - Diapositive