Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nederlands
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Intensief lezen
Je leest de tekst nauwkeurig
Achterhaal indien nodig de betekenis van onbekende woorden of beeldspraak
bepaal of informatie betrouwbaar is
lees eventuele tabellen af
Slide 2 - Diapositive
Intensief lezen
Studiereader Compact Taak 3: Intensief lezen:
Achterhalen van woordbetekenissen in teksten
Samenvatten van een tekst en hoofdgedachte bepalen
Stappenplan intensief lezen.
Slide 3 - Diapositive
Als je niet weet wat een woord betekent, wat kun je dan doen?
Slide 4 - Carte mentale
Wat betekent het woord (1)?
Lees een stukje terug en/of vooruit om te kijken of er
-een omschrijving of een uitleg van het woord gegeven wordt
-een voorbeeld van het woord gegeven wordt
-een synoniem (hetzelfde) of antoniem (tegenovergestelde) van het woord in de tekst staat
Slide 5 - Diapositive
Wat betekent het woord (2)?
Geeft een eventuele afbeelding in de tekst meer duidelijkheid over de betekenis?
Herken je een deel van het woord, kun je het zo bepalen?
Zoek op of vraag iemand anders
Slide 6 - Diapositive
Beeldspraak
Taalgebruik waarbij de schrijver een beeld gebruikt om te beschrijven wat hij wil zeggen: De helft van de Nederlanders heeft geen appeltje voor de dorst
Slide 7 - Diapositive
Samenvatten van een tekst
Samenvatten: de belangrijkste informatie in de tekst in eigen woorden weergeven
Dit doe je door Sleutelwoorden te zoeken en op te schrijven
Sleutelwoorden: woorden die iets belangrijks over een de tekst zeggen (meestal werkwoorden of zelfst. naamwoorden)
Slide 8 - Diapositive
Stappenplan samenvatten
Lees de tekst en markeer de sleutelwoorden
Schrijf de sleutelwoorden op
Leg de tekst weg en vat de tekst in eigen woorden samen
Controleer de samenvatting (ben je geen belangrijke info vergeten, staat de info in een logische volgorde)
Pas je samenvatting eventueel aan Zie blz. 35 en 36 van je Handboek (voorbeeld)
Slide 9 - Diapositive
Hoofdgedachte tekst
Het kortst mogelijke antwoord op de vraag:
Waar gaat de tekst precies over?
Beschreven in een of enkele zinnen
Slide 10 - Diapositive
Intensief lezen
Je leest de tekst nauwkeurig
Achterhaal indien nodig de betekenis van onbekende woorden of beeldspraak
Bepaal of informatie betrouwbaar is
Lees eventuele tabellen af
Slide 11 - Diapositive
Stappenplan Intensief lezen
Lees de tekst verkennend (wat is de tekstsoort en het onderwerp?)
Lees de tekst globaal (inleiding en 1ste en laatste zin elke alinea lezen)
Lees de tekst nauwkeurig
Bepaal de hoofdgedachte van de tekst Voorbeeld blz. 42-44 Handboek
Slide 12 - Diapositive
Nauwkeurig lezen
Let op aanwijzingen voor de inhoud in de inleiding
Wat zijn de verbanden tussen de verschillende tekstdelen
Evt. de betekenis van onbekende woorden en beeldspraak achterhalen
Is de informatie betrouwbaar?
Lees evt tabellen en diagrammen
Beeordeel evt argumentatie
Slide 13 - Diapositive
Studiereader Compact
Opdrachten Lezen Taak 1 en 2 gemaakt?
Vragen?
Aan de slag: Maak opdracht 1 t/m 8 van Studiereader 2F Centraal examen: Opbouwopdr. Lezen Taak 3: Intensief lezen
