Paragraaf 6

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

VIVO H4 Bewegen

Paragraaf 6 - Steunweefsels

Leerdoelen

1. Je kunt de drie verschillende steunweefsels benoemen

2. Je kunt uitleggen hoe beenweefsel en kraakbeenweefsel zijn opgebouwd.

3. Je kunt benoemen dat botten uit twee soorten beenweefsel zijn opgebouwd.

4. Je kunt uitleggen wat er verandert aan beenweefsel en kraakbeenweefsel vanaf de geboorte.

5. Je kunt voorbeelden geven waar been-, kraakbeen- en bindweefsel zich in het lichaam bevinden en uitleggen welke functie het heeft op die plaatsen.

3 typen steunweefsels

Steunweefsels geven stevigheid en vorm

1. beenweefsel

2. kraakbeenweefsel

3. bindweefsel

Steunweefsels bestaan uit cellen en tussencelstof.

Bindweefsel

Naast beenweefsel en kraakbeenweefsel heb je ook bindweefsel.

- beschermt weefsels en organen, dan is het zacht.

- geeft stevigheid bij gewrichten, dan is het stug.

Het weefsel hiernaast is...

1. beenweefsel
2. kraakbeenweefsel

Beenweefsel

Compact beenweefsel

• aan de buitenkant
• hard en massief
• belangrijk bij lange botten, zoals pijpbeenderen.

Beenweefsel

Sponsachtig beenweefsel

• binnenkant
• honingraat
• aan de uiteinden en in platte botten
• hierin zit rood beenmerg: maakt rode bloedcellen

Beenweefsel

Cellen met lange uitlopers en tussencelstof.

In de tussencelstof zitten:

- kalkzouten

- collageen = lijmstof

01:59

Als lijmstof (=collageen) verdwijnt welke stof blijft dan over?

02:36

Wat gebeurt er met het botje als kalk(zouten) uit het botje verdwijnen?

Beenweefsel

Kalkzouten zorgen voor stevigheid

Collageen zorgt voor flexibiliteit

Bij de geboorte hebben je botten veel collageen, als je ouder wordt verandert steeds meer collageen in kalkzouten. 

Botten kunnen dan broos worden en sneller breken.

bot waar niets mee is gedaan

bot dat in verdund zoutzuur heeft gelegen

bot dat een vlam is gehouden

Het weefsel hiernaast is....

1. beenweefsel
2. kraakbeenweefsel

Kraakbeenweefsel

3 soorten:

1. In gewrichten: glad en stevig

2. in oorschelp en neus: stevig en elastisch

3. buitenkant kraakbeenschuiven: stevig en weinig vormbaar

3 soorten kraakbeenweefsel

1 = kraakbeen in kniegewricht

2 = kraakbeen puntje van je neus

3 = kraakbeenschijf tussen wervels

(4 = kraakbeencel)

(5 = collageen)

Ik heb de uitleg goed begrepen.

0100