Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In deze les...
1. Bijvoeglijk naamwoord als naamwoordelijk deel van het gezegde
2. Nieuw: samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
(3. Nieuwe avonturen van Herakles!)
Slide 2 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord staat tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord:
τὸ δεινὸν θηρίον
...of na het zelfstandig naamwoord. Het lidwoord wordt dan herhaald:
τὸ θηρίον τὸ δεινὸν
Slide 3 - Diapositive
1. Bijvoeglijk naamwoord als naamw. deel van het gezegde
Het bijvoeglijk naamwoord kan ook het naamwoordelijk deel van het gezegde zijn
Wat is dat ook alweer, dat 'naamwoordelijk deel van het gezegde'?
Slide 4 - Diapositive
1. Bijvoeglijk naamwoord als naamw. deel van het gezegde
Bij een naamwoordelijk gezegde koppelt het koppelwerkwoord (bijv. is of wordt) het onderwerp aan het naamwoordelijk deel
Het naamwoordelijk deel is dus een kenmerk of eigenschap van het onderwerp:
Grieks is leuk.
Grieks: onderwerp
is + leuk: naamwoordelijk gezegde (leuk: naamwoordelijk deel)
Slide 5 - Diapositive
Wat is in de volgende zin het naamwoordelijk deel van het gezegde?
De straten zijn glad.
A
De straten
B
zijn
C
glad
Slide 6 - Quiz
1. Bijvoeglijk naamwoord als naamw. deel van het gezegde
Dit werkt hetzelfde in het Grieks:
ἡ ὕδρα μεγαλη ἐστιν of ἡ ὕδρα ἐστι μεγαλη
Slide 7 - Diapositive
2. Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden bestaan uit twee delen met elk een eigen betekenis (meestal op -ος). Bijvoorbeeld:
ἀ-θανατος: on-dood (onsterfelijk)
ἀ-δικος: on-rechtvaardig
Slide 8 - Diapositive
2. Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
Slide 9 - Diapositive
2. Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden
X
X
Slide 10 - Diapositive
Welke combinatie is juist?
A
ἡ ἀθανατη ὑδρα
B
ἡ ἀθανατα ὑδρα
C
ἡ ἀθανατος ὑδρα
D
ἡ ἀθανατον ὑδρη
Slide 11 - Quiz
την χωραν
της χωρας
ἀθανατου
ἀδικον
του δουλου
τον δουλον
δεινου
μακραν
Slide 12 - Question de remorquage
Onthoud:
Het bijvoeglijk naamwoord staat tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord of na het zelfstandig naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord kan ook het naamwoordelijk deel van het gezegde zijn
Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden worden voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden volgens het mannelijke rijtje verbogen: ἡ ἀθανατος κεφαλη