Wörterlisten Kapitel 11

Kapitel 11
Wörterlisten A und B
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Kapitel 11
Wörterlisten A und B

Slide 1 - Diapositive

de vuisten
Vertalen in het Duits

Slide 2 - Question ouverte

beter (gezond) worden
Vertalen in het Duits.

Slide 3 - Question ouverte

die Behinderung
Vertalen in het Nederlands.

Slide 4 - Question ouverte

Is dit woord goed geschreven?
der Körper
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

veroorzaken

Vertalen in het Duits. Beide antwoorden zonder komma, alleen spatie.

Slide 6 - Question ouverte

Kom je morgen? Ja, dán kom ik.
Vertalen in het Duits.

Slide 7 - Question ouverte

stürzen
Vertalen in het Nederlands.

Slide 8 - Question ouverte

Is dit woord goed geschreven?
medizinish
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Wat mankeer je?
Vertalen in het Duits.

Slide 10 - Question ouverte

Ik ga naar de tandarts.
Vertalen in het Duits.

Slide 11 - Question ouverte

sich die Zähne putzen
Vertalen in het Nederlands.

Slide 12 - Question ouverte

Is dit woord goed geschreven?
die Muskelen
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

ziek worden
Vertalen in het Duits.

Slide 14 - Question ouverte

ik ben aangekomen
Vertalen in het Duits.

Slide 15 - Question ouverte

de behoeften
Vertalen in het Duits.

Slide 16 - Question ouverte

Is dit woord goed geschreven?
der Fieber
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

beinahe
Vertalen in het Nederlands.

Slide 18 - Question ouverte

Zij heeft rugpijn.
Vertalen in het Duits.

Slide 19 - Question ouverte

de borst
Vertalen in het Duits.

Slide 20 - Question ouverte

Is dit woord goed geschreven?
auflössen
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Is dit woord goed geschreven?
die Stirn
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

de schouders
Vertalen in het Duits.

Slide 23 - Question ouverte

Wordt u naar het ziekenhuis gebracht?

Vertalen in het Duits.

Slide 24 - Question ouverte

verwijderen
Vertalen in het Duits.

Slide 25 - Question ouverte

Lichamelijk voelt de man zich niet goed.

Vertalen in het Duits.

Slide 26 - Question ouverte