Grammatica hoofstuk 2 - 1AHA/1HA

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Aujourd'hui

• Grammaire
• Vragen stellen voor de toets!

Jeudi 

11

février

Doelen: Aan het einde van de les ben je voorbereidt op de toets van hoofdstuk 2.

bron C - chapitre 2

WERKWOORDEN OP -ER

REGELmatige werkwoorden

'regelmatig' omdat...

• je alle werkwoorden die eindigen op -er op dezelfde manier vormt.
• er vaste regels zijn om de werkwoorden te vormen.
• je aan elke vorm kunt zien bij welk werkwoord het hoort. 

Hoe vervoeg je een 

werkwoord op -er?!

Je volgt 2 stappen.

Stap 1: je neemt de stam van het werkwoord = -er eraf halen

parler --> parl

Stap 2: je zet er een uitgang achter. Let op: iedere persoon heeft zijn eigen uitgang.

je (ik)	+ e
tu (jij)	+ es
il (hij)	+ e
elle (zij)	+ e
on (men/we)	+ e
nous (wij)	+ ons
vous (jullie/u)	+ ez
ils (zij, mnl)	+ ent
elles (zij, vrl)	+ ent

UITGANGEN

van de 

werkwoorden

op

-ER

JE

TU

IL/ELLE/

ON

NOUS

VOUS

ILS/

ELLES

-e

-ons

-e

-es

-ez

-ent

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________

1. regarde
2. regardes
3. regardons
4. regardent

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________

1. arrive
2. arrives
3. arrivons
4. arrivez

Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________

1. gagnes
2. gagnons
3. gagnent
4. gagnez

Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________

1. trouvez
2. trouvons
3. trouves
4. trouvent

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Elles .........(habiter) à Paris.

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
J'......................(écouter) la musique.

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm.
Paula ..............(visiter) sa grand-mère.

Verder oefenen

Ga naar: www.verbuga.eu

Tijd: présent

Werkwoord: 

-aimer                     - parler

- chercher             - regarder

- commencer

- donner

- essayer

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

trois

dix

sept

cinq

onze

neuf

quatre

six

un

deux

huit

Vertaal: het is 5 uur

Vertaal: het is 11 uur

Vertaal: het is kwart over 9

Vertaal: het is half 9

Vertaal: het is 12 uur ('s middags)

Vertaal: het is kwart voor 7

De ontkenning in het Frans

NIET = NE...PAS

Ik praat = je parle

Ik praat niet = je ne parle pas

je = onderwerp            ne ... pas = niet              parle = persoonsvorm

De ontkenning in het Frans

NIET = N' ... PAS

Jij koopt =tu achetes

Jij koopt niet = tu n' achetes pas

tu = onderwerp            n' ... pas = niet              

achetes = persoonsvorm (MAAR BEGINT MET EEN KLINKER!)

Maak de volgende zin ontkennend:
J'habite à Londres.

Maak de volgende zin ontkennend:
Marco aime jouer au foot.

Maak de volgende zin ontkennend:
Marie et Marc vont au collège.

Maak de volgende zin ontkennend:
Et vous, vous avez un chien?

Maak de volgende zin ontkennend:
C'est facile.

Succes met leren!

Denk eraan:

Bij de toets mag je je boeken niet gebruiken en zorg ervoor dat je op tijd in de les zit!

Als je nog dringende vragen hebt kun je me mailen.