bloedsomloop en bloed

bloedsomloop en bloed
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

bloedsomloop en bloed

Slide 1 - Diapositive

Kijkopdracht: Bloedvaten
Vragen
  •  Wanddikte
  •  Klep of geen 
  •  Snelle bloedstroom 
  • Naar hart of weg van hart

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

3.3 De bloedsomloop
 De bloedsomloop

Slide 4 - Diapositive


Drie typen bloedvaten
Het bloed stroomt door je lichaam via bloedvaten.

Je hebt 3 soorten bloedvaten:
  • Slagaders
  • Haarvaten
  • Aders

Slide 5 - Diapositive

Welke vervoert zuurstofrijkbloed naar een orgaan?

Slide 6 - Diapositive

Bloedvaten 
welke typen bloedvaten zijn er?
  1. Slagaders --> Van hart naar orgaan 
  2. Aders --> Van orgaan terug naar hart
  3. Haarvaten --> Uitwisseling 


Slide 7 - Diapositive

Dus:
  • zijn vernoemd naar de plek waar ze naar toe gaan of vanaf gaan 
  • Naar de nieren -> nierslagader
  • Van de nieren af -> nierader

Slide 8 - Diapositive

Opdracht cijfer!
Telt 1 x mee
Eraan werken: 2 lesuren 
Neem de eisen goed door!
Kies uit: Powerpoint of schrijven/tekenen

Slide 9 - Diapositive

Welkom klas 2C
Zitten volgens plattegrond
Tas onder je tafel.

Spullen op tafel: etui en schrift


Slide 10 - Diapositive

wat we gaan doen deze les
  • Herhalen 
  •  Zelfstandig oefenen begrippen 
  •  2e lesuur: SO begrippen!

Slide 11 - Diapositive

Organen

Je lichaam bestaat uit organen.

Elk orgaan heeft een functie (eigen taak)

Organen kun je bekijken in een torso

Slide 12 - Diapositive

Organenen orgaanstelsels

Slide 13 - Diapositive

Verbranding bij organismen
Ieder levend wezen doet altijd aan verbranding!
Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller
Elke cel doet aan verbranding.

Slide 14 - Diapositive

Oefenen toets
JOIN MYQUIZ.com

Slide 15 - Diapositive

Toetsregels
  • Niet praten/fluisteren
  • Niet afkijken
  • Niet opstaan
  •  Overtreding? IS een 1. 

  • Klaar? hand in de lucht dan kom ik de toets ophalen.
  •  Iets voor jezelf. BLIJF STIL

Slide 16 - Diapositive