(foutieve) beknopte bijzin

(foutief) beknopte bijzin
Maak opdracht 3 (blz. 158)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

(foutief) beknopte bijzin
Maak opdracht 3 (blz. 158)

Slide 1 - Diapositive

Hoe bedoel je: beknopte bijzin?

Slide 2 - Diapositive

Filmpje
Bekijk het volgende filmpje voor extra uitleg.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Oefenen
Opdracht 4 (blz. 159)

Slide 5 - Diapositive

Schrijf de beknopte bijzin op van de volgende zin:
'Charlene ging naar de finale na de voorrondes gewonnen te hebben.'

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf de beknopte bijzin op van de volgende zin:

'Blaffend kwam het jonge hondje op mij af.'

Slide 7 - Question ouverte

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 8 - Quiz

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 9 - Quiz

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 10 - Quiz

Na te zijn overleden op 1 januari jongstleden, brachten wij onze opa naar zijn laatste rustplaats.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 11 - Quiz

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 12 - Quiz

Verbeter de onderstaande foutief beknopte bijzin:
In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.

Slide 13 - Question ouverte

Verbeter de onderstaande foutief beknopte bijzin:
Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.

Slide 14 - Question ouverte

Vervang de bijzin door een beknopte bijzin:
Ik verwacht dat ik vrijdag mijn rapport kan ophalen.

Slide 15 - Question ouverte

Maak van de volledige bijzin een beknopte bijzin.

Nadat ik een tijd voor een dichte deur had gestaan, ging ik weg.

Slide 16 - Question ouverte