Herhaling 3.1 Klimaten op aarde

3.1 Klimaten op aarde 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3.1 Klimaten op aarde 

Slide 1 - Diapositive

Welke klimaten kennen jullie al?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen weer en klimaat? 2 antwoorden goed.
A
Weer:Toestand lucht op een bepaald moment en bepaalde plaats
B
Klimaat: toestand lucht op een bepaald moment
C
Weer: lange periode van neerslag
D
Klimaat: Het langjarige gedrag van het weer over een periode van 30 jaar.

Slide 3 - Quiz

Het weer is wat je nu buiten ziet. Dit kan verschillen met bijvoorbeeld het zuiden van het land. 

Slide 4 - Diapositive

Bij klimaat kan  je bijv. denken aan seizoenen, gemiddelde temperatuur en neerslag. Het klimaat van Italië is anders dan die van Nederland.  

Slide 5 - Diapositive

Tekst

     90 °C

23 °C
0°C
23°C
            
           90°C

Hoge breedte
Gematigde breedte

Lage breedte

Gematigde breedte

Hogebreedte 

Slide 6 - Diapositive

Klimaten tussen lage en gematigde breedte
1. Rond de evenaar: Tropisch regenwoud.
2. Ten noorden en zuiden van het tropisch regenwoud komt een savanneklimaat voor.
3. Nog verder van de evenaar krijg je het steppeklimaat 
4. Hierna volgt woestijn.

Slide 7 - Diapositive

Kenmerken
tropisch regenwoud?

Slide 8 - Carte mentale

Warm, veel regen, geen seizoenen, veel bomen, planten, diersoorten en altijd groen.

Slide 9 - Diapositive

In de savanne valt ongeveer 6 maanden per jaar neerslag. De rest van het jaar is het droog en warm. Doordat er in het gebied neerslag valt komen er wel bomen en planten voor. 

Slide 10 - Diapositive

Komt na de savanne eerst de steppe of eerst de woestijn?
A
Eerst steppe en dan woestijn
B
Eerst woestijn en dan steppe
C
Komt alleen woestijn voor
D
Komt alleen maar steppe voor

Slide 11 - Quiz

Na de savanne komt eerst steppe voor. Hier komt weinig regen voor waardoor er geen bomen kunnen groeiten.
Woestijn is nog droger en hier groeit dus ook niets meer 

Slide 12 - Diapositive

Klimaten gematigde breedte 
Op deze breedtegraad komen seizoenen voor. 
1. Landklimaat: warme zomers, koude winters met sneeuw
2. Gematigd zeeklimaat: Koele zomers en zachte winters 

Slide 13 - Diapositive

Wat voor een klimaat komt er in Nederland voor?
A
Landklimaat
B
tropisch regenwoud
C
Gematigd zeeklimaat
D
savanne

Slide 14 - Quiz

Hoge breedte: rond de polen
Hiernaast een plaatje van het toendra klimaat: geen bomen, alleen wat mos. Gebied groot deel van het jaar bevroren.

Slide 15 - Diapositive

Het poolklimaat
Sneeuw en ijs bedekken de bodem, groeien hierdoor nauwelijks planten. 
Ook op de toppen van zeer hoge bergen kan dit soort klimaat voorkomen. Hier ligt namelijk eeuwige sneeuw

Slide 16 - Diapositive

Hoe kan het dat het op hoge breedte kouder is dan op lage breedte?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo