Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
08. H7 Oefentoetsvragen (13-5-25)
H7 De arbeidsmarkt
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
1 / 53
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
53 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H7 De arbeidsmarkt
Ik heb klaar liggen:
rekenmachine,
pen,
papier.
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Oefentoetsvragen
Slide 2 - Diapositive
Doel:
Je weet wat je moet weten voor de toets.
Je weet aan welk onderdeel je nog aandacht moet besteden voor de toets.
Al je vragen zijn beantwoord.
Slide 3 - Diapositive
Per paragraaf
Eerst doel, dan oefenvragen theorie.
Oefenvragen rekenen
Slide 4 - Diapositive
Doel 7.1:
B: Ik kan uitleggen wat de vraag naar arbeid is.
B: Ik kan uitleggen wat het aanbod van arbeid is.
KT: Ik weet hoe de vraag naar en het aanbod van arbeid ontstaan.
Slide 5 - Diapositive
Jan is 33 jaar en is werkloos. Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Jelle is 14 jaar en bezorgt kranten.
Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Werkgelegenheid is hetzelfde als
A
de totale vraag naar arbeid
B
het totale aanbod van arbeid
C
arbeidsplaatsen
D
vacatures
Slide 8 - Quiz
De beroepsbevolking is hetzelfde als
A
de totale vraag naar arbeid
B
het totale aanbod van arbeid
C
arbeidsplaatsen
D
vacatures
Slide 9 - Quiz
Wanneer een bedrijf opzoek is naar nieuwe medewerkers plaatsen zij een ........
A
Oproep
B
Krantenartikel
C
Vacature
D
Telefoontje
Slide 10 - Quiz
Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?
A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt
Slide 11 - Quiz
Uit hoeveel personen bestaat de beroepsbevolking?
A
9,4 miljoen
B
9,764 miljoen
C
12,8 miljoen
D
13,164 miljoen
Slide 12 - Quiz
Bereken de stijging of daling van het aanbod van arbeid:
Intreders: 183.000 Uittreders: 159.000
Slide 13 - Question ouverte
Doel 7.2: De arbeidsmarkt
B: Ik kan uitleggen wat de arbeidsmarkt is.
BKT: Ik kan uitleggen hoe je hulp kunt krijgen bij het zoeken naar een baan.
KT: Ik kan aangeven wat bedrijven en instellingen doen om geschikt personeel te vinden.
Slide 14 - Diapositive
Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
De arbeidsmarkt is het geheel van de vraag naar arbeid
en het aanbod van arbeid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
In welke provincie is de werkloosheid het laagst?
A
Utrecht
B
Zuid-Holland
C
Noord-Brabant
D
Groningen
Slide 17 - Quiz
Op welke manier verandert de vraag naar arbeid?
Er worden meer zonnepanelen verkocht dan verwacht
Er ontstaat een vacature omdat een docent een andere baan heeft.
Supermarkten stappen steeds meer over op zelfscankassa's
Stijgt
Daalt
Blijft gelijk
Slide 18 - Question de remorquage
Doel 7.3: De kans op werk
Ik kan uitleggen wat kans op werk voor werkzoekenden is.
Ik kan toelichten hoe je je kans op werk als werkzoekende kunt vergroten.
Slide 19 - Diapositive
Wie heeft een leidinggevende functie?
A
Jesse die vakkenvult in Jumbo
B
Jennifer die manager is bij de AH.
Slide 20 - Quiz
Wie heeft een uitvoerende functie?
A
Dennis die teamleider is van de vakkenvullers
B
Filiz die achter de kassa werkt
C
Gerard die manager is bij de AH
Slide 21 - Quiz
Wie heeft er een uitvoerende functie?
A
Docent
B
Onderwijsmanager
C
Directeur
D
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Slide 22 - Quiz
Leidinggevend werk
Uitvoerend werk
Quincy is teamleider bij de Albert Heijn.
Luca is een vrachtwagen-chauffeur.
Esmee werkt in de bediening bij de MacDonalds.
Jayden is de baas van zijn eigen onderneming. Hij stuurt zijn werknemers aan.
Slide 23 - Question de remorquage
Doel 7.4: Werkloos(heid)
BKT: Ik kan soorten werkloosheid noemen.
B: Ik kan verschillende redenen noemen waardoor werkloosheid kan ontstaan.
KT: Ik kan uitleggen hoe verschillende soorten werkloosheid ontstaan.
Slide 24 - Diapositive
Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid
Slide 25 - Quiz
Jay is werkloos en staat geregistreerd bij het UWV. Hij is..............
A
verborgen werkloos
B
geregistreerd werkloos
Slide 26 - Quiz
De werkloosheid ontstaat als er meer arbeidskrachten zijn dan arbeidsplaatsen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Slide 28 - Question de remorquage
Conjuncturele werkloosheid
Fricitiewerkloosheid
Structurele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Slide 29 - Question de remorquage
Doel B 7.5: Werkgelegenheid
Ik kan uitleggen waardoor de werkgelegenheid kan stijgen of dalen.
Ik weet hoe je de arbeidsproductiviteit per uur kunt uitrekenen.
Slide 30 - Diapositive
Wat is de arbeidsproductiviteit?
A
Productie per werknemer
B
De productie per werknemer in een bepaalde tijd
C
Het aantal uur dat een werknemer werkt per dag
D
Het aantal uur dat een werknemer werkt per week
Slide 31 - Quiz
Fred werkt 4 uur op een dag.
hij zet 28 tafels in elkaar per dag
Wat is zijn arbeidsproductiviteit per uur?
A
4 uur / 28 tafels = 0,14 tafels per uur
B
28 tafels x 4 uur = 112 tafels per uur
C
28 tafels per uur
D
28 tafels / 4 uur = 7 tafels per uur
Slide 32 - Quiz
Lisa bakt 32 taarten op een dag.
Ze doet dit in 8 uur tijd.
Wat is haar arbeidsproductiviteit per uur?
A
32 taarten / 8 uur = 4 taarten per uur
B
8 uur / 32 taarten = 0,25 taarten per uur
C
32 taarten / 2 = 16 taarten per uur
D
8 taarten per uur
Slide 33 - Quiz
Doel KT 7.5: Na het MBO
Ik kan manieren noemen om de werkloosheid te laten dalen.
Slide 34 - Diapositive
Wat is bijscholing?
A
Het volgen van een opleiding om beter te worden in het soort werk dat je al doet.
B
Bijles na school
C
School in het weekend
D
Kinderopvang
Slide 35 - Quiz
Wat is omscholing?
A
Naar een andere school gaan
B
Bijles volgen
C
Het volgen van een opleiding om een ander soort werk te kunnen doen.
Slide 36 - Quiz
Doel KT 7.6: Een baan
Ik kan de rechten en plichten van werkgevers en werknemers noemen.
Slide 37 - Diapositive
Een proeftijd is
A
een periode waarin je baas of jij de baan kunnen opzeggen.
B
tijd om te proeven!
C
de tijd die je aan dierproeven moet besteden.
D
een gesprek over hoe je het doet.
Slide 38 - Quiz
Wat is een vakbond?
A
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werkgevers.
B
Een organisatie die opkomt voor de belangen van rijken.
C
Een organisatie die opkomt voor de belangen van armen.
D
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
Slide 39 - Quiz
Wat is een werkgeversorganisatie?
A
Werkgeversorganisatie maken van werkgevers werknemers
B
Werkgeversorganisaties is een organisatie die de belangen van een werkgever behartigd
C
Werkgeversorganisaties zijn er voor werknemers
D
werkgeverorganisatie is een organisatie dat werkgevers opleid
Slide 40 - Quiz
Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Werk bij een uitzendbureau
C
Een afspraak tussen werkgever en werknemer.
D
Een afspraak tussen klant en verkoper
Slide 41 - Quiz
Wat is het verschil tussen een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) en een arbeidsovereenkomst (contract)
A
CAO is wettelijk verplicht, contract niet
B
CAO geldt voor alle werknemers en een contract is individueel
C
Werkgevers hoeven zich niet aan een CAO te houden
D
In een contract staan alleen primaire arbeidsvoorwaarden
Slide 42 - Quiz
CAO
Arbeidsovereenkomst
Loon
Werktijden
vakantiedagen
Startdatum
einddatum
bepaalde of onbepaalde tijd
Handtekening werknemer
Slide 43 - Question de remorquage
Zoek de zinsdelen bij elkaar (sleep van links naar rechts)
waarin werkgever en werknemer zonder reden de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen.
lager zijn dan het minimumloon of het minimumjeugdloon.
staan de rechten en plichten van jou en je baas.
de afspraken die gelden als je ergens werkt.
die geldt voor alle werknemers binnen dezelfde bedrijfstak.
op je rekening gestort krijgt.
Arbeisdvoorwaarden zijn
In je individuele arbeidsovereenkomst
Nettoloon is het geld dat je
Je loon mag niet
De proeftijd is de tijd
Een CAO is een arbeidsovereenkomst
Slide 44 - Question de remorquage
Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
Een berekening geef
De eenheid erbij zet: €
Een komma zet ipv een punt
2 cijfers achter de komma zet bij €
Rekentrainer
Slide 45 - Diapositive
Doel:
Je weet wat je moet weten voor de toets.
Je weet aan welk onderdeel je nog aandacht moet besteden voor de toets.
Al je vragen zijn beantwoord.
Slide 46 - Diapositive
Aan de slag
(Afronden paragrafen)
Mindmap maken
Flitskaarten
Test jezelf
Diagnostische toets
Versterk jezelf*
Slide 47 - Diapositive
Versterk jezelf
Slide 48 - Diapositive
Slide 49 - Diapositive
Vooruitblik
Volgende les is de toets van hoofdstuk 7.
Je weet dat je goed bent voorbereid
voor de toets.
Slide 50 - Diapositive
En verder tot einde les:
Reflecteren:
1) Bekijk de vraag
2) Snap ik het?
3) Reset
4) Opnieuw maken
3) Uitleg vragen
4) Opnieuw maken
Ja
Nee
Slide 51 - Diapositive
B
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 af
KGT
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 af
Huiswerk
20 mei:
Toets hoofdstuk 7
Slide 52 - Diapositive
Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?
Slide 53 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
leerjaar 3 hst 4 les 3
January 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 3 Werk
March 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
6.4 de arbeidsmarkt
March 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 3 Werk
November 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
De arbeidsmarkt
13 days ago
- Leçon avec
23 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
De arbeidsmarkt
May 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 1 Arbeidsmarkt
March 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
4Havo Marktvormen en marktfalen lesweek 8 1 maart 2021
February 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4