1.4 Je binnenste onderzoeken

Je binnenste onderzoeken
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je binnenste onderzoeken

Slide 1 - Diapositive

Welke organen ken je

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoel

1.  Je leert wat een orgaan is en voorbeelden geven

2.  Je leert wat een orgaanstelsel is en voorbeelden geven

3.  Je leert van een torso de belangrijkste organen en kunt deze benoemen




Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

organen
Een orgaan is een deel van een organisme. Elk orgaan heeft een eigen taak.
Je noemt een taak ook wel een functie. 
Bij je longen is de functie ademhalen. 

Slide 5 - Diapositive

Organen van de plant

Een plant heeft net als een dier en als een mens ook organen.

Slide 6 - Diapositive

Organenstelsels
Organen werken vaak samen met meerdere andere organen. Zo'n groep organen die samenwerken noem je een organenstelsel. Op de afbeelding zie je het verteringsstelsel.


Leer de organenstelsels
Je kunt enkele organen noemen
verteringsstelsel
slokdarm, lever maag dunne darm  dikke darm
bloedvatenstelsel
hart aorta holle ader bloedvaten
Bottenstelsel
Schedel rib wervelkolom dijbeen teenkootjes 
en nog veel meer
Zenuwstelsel
Hersenen  ruggenmerg  zenuwen

Slide 7 - Diapositive

Organenstelsels
Bloedvatenstelsel

Bottenstelsel

Zenuwstelsel

functie
Vervoeren van bloed door het lichaam
functie
Vorm en stevigheid voor het lichaam.
Bescherming en aanhechting van pezen.

Slide 8 - Diapositive


nr. 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 9 - Quiz


nr. 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 10 - Quiz


nr. 10
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 11 - Quiz


nr. 6
A
Long
B
Dikke darm
C
Nier
D
Maag

Slide 12 - Quiz


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 13 - Quiz


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 14 - Quiz

De functie van het bloedvatenstelsel

Slide 15 - Question ouverte

Het verteringsstelsel bestaat uit de bijvoorbeeld deze 3 organen:

Slide 16 - Question ouverte

Het hart is
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 17 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit:
A
bloedvaten, de hersenen, het ruggenmerg
B
bloedvaten, de wervelkolom, zenuwen
C
de wervelkolom, de hersenen, het ruggenmerg
D
zenuwen, de hersenen, het ruggenmerg

Slide 18 - Quiz

Welk organenstelsel zorgt voor de vertering van je eten?
A
Het bloedvatenstelsel
B
De maag en de lever
C
Het verteringsstelsel
D
Het zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
spierstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 20 - Quiz

Dit weet je nu


1.  Je kunt vertellen en uitleggen wat een orgaan is en voorbeelden geven

2.  Je kunt vertellen en uitleggen wat een orgaanstelsel is en voorbeelden geven

3.  Je kunt vertellen en uitleggen wat een cel is en voorbeelden geven

4.  Je kunt van een torso de belangrijkste organen aanwijzen en benoemen





Slide 21 - Diapositive