1. Maak een passende tekening (niet te klein)
2. Gebruik een scherp en hard potlood (HB-potlood)
3. Alleen tekenen met potloden
4. Teken eerst dun de omtrek en maak daarna de tekening duidelijker (Niet Schetsen)
5. Teken wat je zelf ziet, let ook op de verhoudingen (Niet wat er in het boek staat)
6. Teken niet te ingewikkeld
7. Geef de tekening een titel; Wat je aan het tekenen bent
8. Geef aan: Schematisch of natuurgetrouw - Buitenaanzicht, lengte- of dwarsdoorsnede - De vergroting
9. Benoem de onderdelen in je tekening met rechte horizontale lijnen (schrijf naast de lijn; niet erop)
10. Werk netjes