Dictee alfa A 4.3 en alfa B 4.3
Alfa B
ze verkopen
de wagns
ze vieren feest
ze slachtn
de trams
het koning
het vuurwerk
geke
1 / 25
Éléments de cette leçon
Alfa B
ze verkopen
de wagns
ze vieren feest
ze slachtn
de trams
het koning
het vuurwerk
geke
Slide 1 - Question de remorquage
Alfa A
laag
het diun
de dijk
de mensn
het gat
dod
de kleuren
het land
Slide 2 - Question de remorquage
Vul het goede woord in:
Kinderen krijgen snoep of ....................
Alfa B
Kinderen krijgen snoep of ....................
Alfa B
Slide 3 - Question ouverte
Vul het goede woord in:
Soms is er geen .............
Alfa A
Soms is er geen .............
Alfa A
Slide 4 - Question ouverte
Vul het goede woord in.
Mensen in het Zuiden trekken gekke ............... aan.
Alfa B
Mensen in het Zuiden trekken gekke ............... aan.
Alfa B
Slide 5 - Question ouverte
Vul het goede woord in:
Dan is er een ........
Alfa A
Dan is er een ........
Alfa A
Slide 6 - Question ouverte
Vul het goede woord in.
Er hangen ......................
Alfa B
Er hangen ......................
Alfa B
Slide 7 - Question ouverte
Vul het goede woord in.
Het ............ kan er niet door.
Alfa A
Het ............ kan er niet door.
Alfa A
Slide 8 - Question ouverte
Vul het goede woord in.
In het hele huis ................ lampjes.
Alfa B
In het hele huis ................ lampjes.
Alfa B
Slide 9 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
the vruuwrke
Alfa B
the vruuwrke
Alfa B
Slide 10 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
ed nmesne
Alfa A
ed nmesne
Alfa A
Slide 11 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
ez vstaen
Alfa B
ez vstaen
Alfa B
Slide 12 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
hgoo
Alfa A
hgoo
Alfa A
Slide 13 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
ez mknae zmueik
Alfa B
ez mknae zmueik
Alfa B
Slide 14 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
outf
Alfa A
outf
Alfa A
Slide 15 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
teh delg
Alfa B
teh delg
Alfa B
Slide 16 - Question ouverte
Maak het woord van de letters:
the dnla
Alfa A
the dnla
Alfa A
Slide 17 - Question ouverte
Wat is dit?
Alfa B
Alfa B
Slide 18 - Question ouverte
Wat is dit?
Alfa A
Alfa A
Slide 19 - Question ouverte
Wat doet hij?
Alfa B
Alfa B
Slide 20 - Question ouverte
Wat is dit?
Alfa A
Alfa A
Slide 21 - Question ouverte
Wat is dit?
Alfa B
Alfa B
Slide 22 - Question ouverte
Wat is dit?
Alfa A
Alfa A
Slide 23 - Question ouverte
Typ dictee woorden
Alfa B
Alfa B
Slide 24 - Carte mentale
Typ dictee woorden
Alfa A
Alfa A
