Samenvattingsles Unit 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welcome!

Planning:

- Herhaling BKT 

Klaar met alle opdrachten? Oefenen!

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

the time

Bij deze helft van
de klok gebruik je:

1. To
2. Past

Bij deze helft van
de klok gebruik je:

1. To
2. Past

Write the time in English:
07:00

Write the time in English:
07:30

Write the time in English:
08:55

45, 46, 47, 48

Present continuous:
I - send - a letter

Present continuous:
He - watch - a movie

Present continuous:
We - go - the park

Present continuous:
You - read - a book

werkwoord 'zijn'

verb 'to be'

  'To be'

   question

    (vragend)

Ben	ik?
Ben	jij?
Is	zij?
Is	hij?
Is	het?
Zijn	wij?
Zijn	jullie?
Zijn	zij?

Am	I
Are	you?
Is	she?
Is	he?
Is	it?
Are	we?
Are	you?
Are	they?

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
Yes, I am happy

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
No, we are not late

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
Yes, he is rich

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
No, they are not nice

GT Les:

BKT Zelfstandig aan de slag!

Rules

LIDWOORDEN IN HET ENGELS

- Geen verschil "de" en "het", je gebruikt: THE

- Voor "een" zijn twee vertalingen: A + AN

De auto   = The car
Het ei       = The egg 

Een auto = A car

Een ei      = An egg

Een (A/An)

A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker: - A woman - A shoe	AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker - An apple - An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker: - ''u'' klinkt als ''you'' -> A university - ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment	Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker: - een stomme ''h'' -> an hour - een afkorting -> an NBC reporter

Als het van iemand is

a of an?
.... university

1. a
2. an

a of an?
..... dog

1. a
2. an

a of an?
..... house

1. a
2. an

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Is he watching a film?
Yes, .....

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Are you writing an email?
Yes, .....

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Is she playing basketball?
No, ...

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Are we going out?
No, ...

Translate this word:
Onze/Ons

Translate this word:
Hun

Translate this word:
Jouw

Translate this word:
Mijn