Thema 4. BS 1. Ordenen

ORDENEN
Ordenen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ORDENEN
Ordenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke rijken worden organismen ingedeeld?
A
Planten, dieren, mensen, bacteriën
B
Planten, dieren, schimmels, bacteriën
C
Dieren, Schimmels, Bacteriën, geleedpotigen
D
Insecten, Bacteriën, dieren, schimmels.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij het indelen van de vier grote groepen let je op de kenmerken van de cellen van de organismen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de kenmerken van de cel van een plant?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling cellen
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën hebben celkernen.
A
Juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dieren hebben cellen met celwanden.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladgroenkorrels worden als kenmerk gebruikt om organismen in te delen in rijken.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën planten zich voort Middels:

A
deling
B
eieren
C
sporen
D
zaden

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe herken je een bedektzadige plant?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een dennenappel is een voorbeeld van een...
A
Naaktzadige
B
Bedektzadige
C
Algen of wieren
D
Sporenplanten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De mens heeft een inwendig skelet.
Ordenen van het dierenrijk in stammen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van het lichaam.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken worden bij het ordenen van het dierenrijk in stammen, gebruikt?
A
Skelet
B
Symmetrie
C
Benen
D
kleur

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke stammen wordt het dierenrijk ingedeeld?

Slide 15 - Carte mentale

Gewervelde dieren zijn onder andere in te delen in de volgende stammen:
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Weekdieren
Neteldieren
Sponzen
Gewervelden
Welk dier is warmbloedig?
A
Alleen de ijsvogel.
B
De ijsvogel en de vleermuis.
C
De ijsvogel, de vleermuis en de pinguïn.
D
Alle vier de dieren zijn warmbloedig.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Organismen indelen
Waar let je op?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken hebben reptielen
A
kieuwen
B
schubben
C
slijm
D
veren

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wil weten of een kikker bij de amfibieën of reptielen behoort. Wat leert jou het antwoord?
A
Een kikker heeft longen.
B
Zijn eieren hebben geen schaal.
C
Hij legt eieren.
D
Hij is koudbloedig.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu...
Nakijken diagnostische toets.
Volgende keer (week na de vakantie) maken proeftoets 1
De tweede week na de vakantie heb je het proefwerk.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions