Zinsontleding thema 8

• Nederlands
• Lager onderwijs

Zinsontleding thema 8

Stappenplan

1. Duid zinsdelen aan
2. Onderwerp + PV
3. Roos of groen
4. LV en/of MV
5. Andere bepalingen: waar, wanneer, hoe ...  

LV = lijdend voorwerp

--> antwoord op de vraag: 

wie/wat + PV + onderwerp 

Joke geeft een bloem aan An. 

MV = meewerkend voorwerp 

--> antwoord op de vraag : 

aan wie/ voor wie + PV+ onderwerp

Joke geeft haar een bloem. 

Joke zet een bloem voor de deur. 

Aantal zinsdelen:
'Papa kocht vorige week een nieuw bed voor mij. '

1. 3
2. 5
3. 4
4. 6

Onderwerp en PV
'Papa kocht vorige week een nieuw bed voor mij. '

1. kocht vorige week
2. kocht een nieuw bed
3. Papa kocht
4. kocht voor mij

Roos of groen
'Papa kocht vorige week een nieuw bed voor mij.'

1. roos --> kocht een nieuw bed
2. groen --> kocht een nieuw bed
3. roos --> kocht voor mij
4. groen --> kocht

LV en/of MV
Papa kocht vorige week een nieuw bed voor mij.

1. LV = een nieuw bed
2. LV = voor mij
3. MV = voor mij
4. LV = een nieuw bed MV = voor mij

Andere bepalingen
'Papa kocht vorige week een nieuw bed voor mij.'

1. waar = vorige week
2. wie = papa
3. wanneer= vorige week
4. hoe = vorige week

Aantal zinsdelen
De grotten waren zichtbaar door het contact met lucht en water.

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Wat is het meest volledig?
'De grotten waren zichtbaar door het contact met lucht en water.'

1. onderwerp = zichtbaar roze zin
2. onderwerp = de grotten PV = waren roos: waren zichtbaar
3. onderwerp = de grotten roze zin
4. onderwerp = de grotten PV = waren groen: waren

LV en/of MV
' De grotten waren zichtbaar door het contact met lucht en water.'

1. Er is nooit een LV en MV bij een roze zin.
2. MV = door het contact met lucht en water
3. LV = zichtbaar
4. LV = zichtbaar MV = door het contact met lucht en water

De grotten waren zichtbaar door het contact met lucht en water. 

NOOIT LV en MV bij een roze zin!!

AANGEDUID = AFBLIJVEN!

Aantal zinsdelen?
'Ik beantwoordde in het ziekenhuis zorgvuldig de vragen van de politie.'

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Wat is juist?
'Ik beantwoordde in het ziekenhuis zorgvuldig de vragen van de politie.'

1. Er staat een LV in , maar geen MV.
2. Er staat een LV en een MV in.
3. Er staat geen LV in, maar wel een MV.
4. Er staat geen LV en geen MV in.

Welk vraagwoord hoort bij zorgvuldig?
'Ik beantwoordde in het ziekenhuis zorgvuldig de vragen van de politie.'

1. waarom
2. waarmee
3. wanneer
4. hoe

Aantal zinsdelen?
Ik ben een niet-mens van een andere planeet.

1. 2
2. 4
3. 3
4. 5

Roos of groen?
Ik ben een niet-mens van een andere planeet.

1. roos!
2. groen!
3. liever blauw!
4. appelblauwzeegroen!

Staat er een LV in de zin?
'Ik ben een niet-mens van een andere planeet.'

1. ja, dat is toch logisch!
2. nee, dit is een strikvraag!
3. uiteraard :)
4. nee, in een roze zin zit er nooit een LV :)

- Schrijf een zin met minstens 4 zinsdelen, op lessonup.
- Neem je oefenschrift nadien en schrijf 5 zinnen over.
- Ontleed deze zinnen. Volg hierbij het stappenplan.
- Verbeter het werk van je buur.