Dictionary

Woordenboek
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenboek

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

wat is juist?
A
normale
B
rare
C
rommelig

Slide 4 - Quiz

a) troebel
b) bodemloos
c) helder

Slide 5 - Diapositive

welke is juist?
A
troebel
B
bodemloos
C
helder

Slide 6 - Quiz

a) producten
b) papier
c) afval

Slide 7 - Diapositive

welke is juist?
A
producten
B
papier
C
afval

Slide 8 - Quiz

a) waarderen
b) kritiek geven
c) Kiezen

Slide 9 - Diapositive

welke is juist?
A
waarderen
B
kritiek geven
C
kiezen

Slide 10 - Quiz

a) zuinig
b) geinteresseerd
a) zuinig
b) verspillend
c) geinteresseerd

Slide 11 - Diapositive

welk antwoord is goed?
A
zuinig
B
verspillend
C
geinteresseerd

Slide 12 - Quiz

Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 13 - Diapositive

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 14 - Diapositive

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 15 - Diapositive

Guess the word 
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

Slide 16 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 18 - Question ouverte

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 19 - Question ouverte

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 
  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 20 - Diapositive

zoek de betekenis op van het woord
Ludicrously

Slide 21 - Question ouverte

zoek de betekenis op van het woord
massively

Slide 22 - Question ouverte

zoek de betekenis op van het woord
to provide

Slide 23 - Question ouverte

Zoek de betekenis op van :
at a snip

Slide 24 - Question ouverte

zoek de betekenis op van:
regard as

Slide 25 - Question ouverte

zoek de betekenis op van
entrepeneur

Slide 26 - Question ouverte

zoek de betekenis op van
confidence

Slide 27 - Question ouverte

Zoek de betekenis op van
counterfeit

Slide 28 - Question ouverte

zoek de betekenis op van
my biggest outlay

Slide 29 - Question ouverte