19 januari

Gedifferentieerd oefenen voor de toets

a) troebel

b) bodemloos

c) helder

welke is juist?

1. troebel
2. bodemloos
3. helder

a) producten

b) papier

c) afval

welke is juist?

1. producten
2. papier
3. afval

a) waarderen

b) kritiek geven

c) Kiezen

welke is juist?

1. waarderen
2. kritiek geven
3. kiezen

a) zuinig

b) geinteresseerd

a) zuinig

b) verspillend

c) geinteresseerd

welk antwoord is goed?

1. zuinig
2. verspillend
3. geinteresseerd

Hoe 'lees' je een woordenboek. 

1. Het woord dat je moet opzoeken.
2. De uitspraak van het woord. 
3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Hoe gebruik je een woordenboek? 

Tips:

• De woorden staan op alfabetische volgorde.
• Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
• Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
• Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme

She loved her new phone.            >   stam = love

That is unfair.                              >   stam = fair  

They are talking  too much.          >   stam = talk

We went home after class            >   stam = go

Guess the word 

Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.  

Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord. 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

abandon

abominable

afternoon

agency

airport 

airship

ahead

ashtonishing 

astronomy