Karel en Elegast les 2

Literatuur van de middeleeuwen
Karel en Elegast, les 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Literatuur van de middeleeuwen
Karel en Elegast, les 2

Slide 1 - Diapositive

Waarover hebben we het de vorige les gehad?
  •  wanneer de middeleeuwen waren;
  • wie Karel de Grote was;
  • waarin de mensen geloofden;
  • wat 'memento mori' betekent;
  • wat een orale samenleving is;
  • wat feodalisme inhoudt;

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen van deze les:
  • Je weet meer over:
  • de middeleeuwen;
  •  het verhaal Karel en Elegast en de literatuur in de middeleeuwen;
  • de drie standen in deze periode;
  • riddereer;
  • de geestelijkheid;

Slide 3 - Diapositive

Uitleg: maak aantekeningen!

Slide 4 - Diapositive

Middeleeuwen
  • 500-1500, oftewel: val Romeinse Rijk tot renaissance
  • 'Tussenperiode' tussen twee beschavingen > verval
  • Toch nog belangrijke uitvindingen, zoals de zandloper, bril en stijgbeugels
  • Standenmaatschappij: geboorte bepaalde je stand. 

Slide 5 - Diapositive

d
1: geestelijkheid
2: adel
3: boeren
Drie standen:

Slide 6 - Diapositive

Karel ende Elegast
- Schrijver?
- Stamt waarschijnlijk uit de 13e eeuw
-Ridderroman 
-Traditie van de Karelepiek
- Orale traditie
- Populair verhaal

 



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Literatuur in de middeleeuwen
  • Rijm
  • Luisteren
  • Middelnederlands
  • Andere woorden
  • Dubbele ontkenningen
  • Klanken

Slide 9 - Diapositive

Middeleeuwse, orale cultuur
boekdrukkunst eind middeleeuwen, duur!
Geen elektrisch licht

--> verhalen op rijm! Die kan een minstreel goed onthouden!

Slide 10 - Diapositive

Karel en Elegast is een verhaal...
A
waarin vrouwen iets te zeggen hebben
B
waarin vrouwen niets te zeggen hebben

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Wat zegt de engel tegen Karel?
A
Dat hij een baas is.
B
Dat hij een betere koning moet zijn.
C
Dat hij nooit meer mag stelen.
D
Dat hij moet gaan stelen.

Slide 13 - Quiz

Karel gelooft de engel niet. Hoe vaak moet de engel de opdracht noemen?
A
een keer, Karel is natuurlijk wel bang voor God
B
twee keer, dan weet Karel dat hij het goed gehoord heeft
C
drie keer, is Karel doof ofzo?
D
Karel luistert niet want hij heeft geld zat

Slide 14 - Quiz

Volgens de engel zal het Karel slecht vergaan als hij niet luistert want...
A
dan zal Karel sterven
B
dan komt Karel in de hel
C
dan verliest hij al zijn geld

Slide 15 - Quiz

Karel vertrekt. Hoe merkt hij bij zijn vertrek dat God hem helpt?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe ziet de ridder in het woud eruit? En waarom maakt dat Karel bang?

Slide 17 - Question ouverte

Elegast...
A
is een soort Robin Hood! Hij steelt alleen van de rijken.
B
is een verschrikking: steelt en rooft alles wat los en vastzit.
C
heeft nooit iets fout gedaan.
D
is een moordenaar.

Slide 18 - Quiz

Riddereer
De adel dacht in termen van eer en schande. Voor hen was eer belangrijker dan het leven. Liever eervol te sterven dan oneervol te leven. Het ergste wat je kon overkomen was dat je naam werd besmeurd. Alles wat de ridder deed was dus gericht op: het voorkomen van schande en behouden van eer.
Op stelen staat de straf verhanging. Opgehangen worden is een oneervolle dood! God vraagt dus nogal wat van Karel!

Slide 19 - Diapositive

En als je geen ridder was...
De geestelijkheid benadrukte dat God alles ziet en dat je je geweten zuiver moest houden. Zij redeneren vanuit zonde en genade: als je tegen de geboden van God zondigt, ben je afhankelijk van Zijn genade. Het maakt dus minder uit wat mensen vinden, God ziet wel dat je schuldig of onschuldig bent.
De aflaat was een manier om tijdelijke straffen voor zonden af te kopen, zonden die in de biecht waren beleden. Met aflaten kon de tijd in het vagevuur – waar men na de dood kwam – verkort worden.

Slide 20 - Diapositive

Lees t/m blz. 37

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Lees t/m blz. 46 en vat wat je gelezen hebt samen.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Met welk voorbeeld kun je de tekst van Karel ende Elegast waarschijnlijk vergelijken?
A
fragment van 500 jaar geleden
B
fragment van 1000 jaar geleden
C
fragment van 1500 jaar geleden

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo