En als je geen ridder was...
De geestelijkheid benadrukte dat God alles ziet en dat je je geweten zuiver moest houden. Zij redeneren vanuit
zonde en genade: als je tegen de geboden van God zondigt, ben je afhankelijk van Zijn genade. Het maakt dus minder uit wat mensen vinden, God ziet wel dat je schuldig of onschuldig bent.
De aflaat was een manier om tijdelijke straffen voor zonden af te kopen, zonden die in de biecht waren beleden. Met aflaten kon de tijd in het vagevuur – waar men na de dood kwam – verkort worden.