De dynamiek van de aarde: Platen, Vulkanen en Aardbevingen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

De dynamiek van de aarde: Platen, Vulkanen en Aardbevingen

Leerdoel

Aan het einde van de les zul je de opbouw van de aarde begrijpen en de processen van platentektoniek, vulkanen en aardbevingen kunnen uitleggen.

Wat weet je al over de opbouw van de aarde en natuurverschijnselen zoals vulkanen en aardbevingen?

Opbouw van de aarde

De aarde bestaat uit verschillende lagen: de korst, mantel en kern. De korst is verdeeld in tektonische platen.

Platentektoniek

Platentektoniek is de theorie dat de aardkorst uit verschillende platen bestaat die in beweging zijn. Dit veroorzaakt geologische activiteit.

Vulkanen

Vulkanen zijn openingen in de aardkorst waardoor gesmolten gesteente en gassen naar buiten komen. Ze kunnen explosief of rustig zijn.

Aardbevingen

Aardbevingen worden veroorzaakt door de beweging van tektonische platen. Energie wordt vrijgegeven en veroorzaakt trillingen in de aardkorst.

Geologische hotspots

Geologische hotspots zijn gebieden waar vulkanen vaak voorkomen, zelfs niet op de grenzen van tektonische platen, zoals Hawaï.

Risico's en veiligheid

Het begrijpen van geologische processen helpt bij het identificeren van mogelijke risico's en het nemen van veiligheidsmaatregelen.

Impact op de samenleving

Vulkanen en aardbevingen kunnen grote impact hebben op de samenleving, inclusief economische en sociale gevolgen.

Samenvatting en vragen

Nu we de opbouw van de aarde, platentektoniek, vulkanen en aardbevingen hebben besproken, laten we onze kennis testen met vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.