2023-09-12 G5 Latijn

Leerdoelen
  • Ik kan r. 16-23 vertalen.
  • Ik kan het verhaal van de soldaat navertellen en vergelijken met een soortgelijk verhaal.
  • Ik kan Latijnse werkwoordsvormen analyseren en vertalen.
Weektaak:
  • Drills: znw module 1 en 2 100%
  • Prep. + rep. De soldaat en de leeuw (TB 9) r. 16-23 en Georgius en de draak (TB 11) r. 1-16
  • Lezen : Aulus Gellius
  • Werk aan je HD Woordenboek (opdr. 16-22)
Maakwerk:
  • do: Georgius, r. 1-5
  • vr: Georgius, r. 8-16
  • di: Georgius, r. 17-25

Drillster: vrijwel compleet!!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Ik kan r. 16-23 vertalen.
  • Ik kan het verhaal van de soldaat navertellen en vergelijken met een soortgelijk verhaal.
  • Ik kan Latijnse werkwoordsvormen analyseren en vertalen.
Weektaak:
  • Drills: znw module 1 en 2 100%
  • Prep. + rep. De soldaat en de leeuw (TB 9) r. 16-23 en Georgius en de draak (TB 11) r. 1-16
  • Lezen : Aulus Gellius
  • Werk aan je HD Woordenboek (opdr. 16-22)
Maakwerk:
  • do: Georgius, r. 1-5
  • vr: Georgius, r. 8-16
  • di: Georgius, r. 17-25

Drillster: vrijwel compleet!!

Slide 1 - Diapositive

  • Welke (impliciete) les/regel van thuis vormt voor jou een basis onder je bestaan/handelen?
  • Een basisregel uit de bijbel: de zevende dag van de week is een rustdag voor iedereen. Wat kan volgens jou het effect zijn van zo'n rustdag?

Slide 2 - Diapositive

Begintaak:
Welke hoort in het rijtje niet thuis en waarom niet? Antwoord als volgt: Vorm x hoort er niet thuis want dat is ... en de andere drie vormen kunnen alle drie ... zijn.
claudamusducemus
iuvemus
possimus
capietis
iubet
movebunt
videbis


accipies
audebis
raperes
relinques


Slide 3 - Diapositive

Pak je TB op blz. 9 + je schrift bij de vertaling

  • We bespreken r. 16-23








Slide 4 - Diapositive

Pak je TB op blz. 9 + je schrift bij de vertaling

  • We bespreken r. 16-23








Hij geeft meer geld uit, dan ik (geld) uitgeef.

    'dan': onderschikkend voegwoord van vergelijking
    'dan ik (geld) uitgeef': bijwoordelijke bijzin
    pv in BZ naar achteren

Slide 5 - Diapositive

Pak je TB op blz. 9 + je schrift bij de vertaling

  • We bespreken r. 16-23

  • Loop rond en vertel in tweetallen elkaar het verhaal in eigen woorden.







Slide 6 - Diapositive

Pak je syllabus bij Aulus Gellius
  • We lezen de tekst.
  • Formuleer zo kort mogelijk de rode draad die bij beide verhalen hetzelfde is.
  • Noteer verschillen tussen beide versies. Ga telkens op beide in.
  • Met wie/wat in het Latijnse verhaal (noteer de Latijnse woorden) corresponderen het Circus Maximus, de proconsul en de militairen?







Slide 7 - Diapositive

Oefenen met het analyseren en vertalen van ww-vormen:
  1. ponetis
  2. ducantur
  3. rapueris [2]
  4. poteramus
  5. orirentur
  6. interfici
  7. erunt
  8. movebuntur


  • Komt van?
  • pr.stam/pf.stam/ppp?
  • pers.uitg? act./pass.?
  • Hak in stukjes.
  • Kenletters?
  • Tijd?
  • Vertaling?
NB: een conj. vertaal je met 'dat ...'

Slide 8 - Diapositive

Tijd over? Werk aan je weektaak.

  • Drills: znw module 1 en 2 100%
  • Maakwerk voor do: Georgius, r. 1-5
  • Werk aan je HD Woordenboek (opdr. 16-22)
  • Oefen met losse ww-vormen

Slide 9 - Diapositive

Oefenen met het analyseren en vertalen van ww-vormen:
  1. cecidisti
  2. tulerant
  3. missa esset
  4. sequebamini
  5. loquentibus
  6. iacti
  7. petite (3)
  8. relicturus esse


  • Komt van?
  • pr.stam/pf.stam/ppp?
  • pers.uitg? act./pass.?
  • Hak in stukjes.
  • Kenletters?
  • Tijd?
  • Vertaling?
NB: een conj. vertaal je met 'dat ...'

Slide 10 - Diapositive

Oefenen met het analyseren en vertalen van ww-vormen:
  1. aperiatur
  2. intellexerint [2]
  3. scriptum sit
  4. decernent
  5. potuissetis
  6. nascar [2]
  7. aggressi erunt
  8. iusserunt


  • Komt van?
  • pr.stam/pf.stam/ppp?
  • pers.uitg? act./pass.?
  • Hak in stukjes.
  • Kenletters?
  • Tijd?
  • Vertaling?
NB: een conj. vertaal je met 'dat ...'

Slide 11 - Diapositive