Proeftoets spelling H1, 2, 3 (SP1)
1 / 29
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Waarom is er geen apostrof nodig in het meervoud van defilé? (dus 'defilés')
Slide 3 - Question ouverte
Woorden als Française en Curaçao schrijf je met een cedille. Waarom?
Slide 4 - Question ouverte
Het woord 'elektricien' schrijf je zonder trema. Waarom?
Slide 5 - Question ouverte
Verbeter dit woord:
cafeine
cafeine
Slide 6 - Question ouverte
Verbeter dit woord:
reunie
reunie
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het meervoud van
disco
disco
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het meervoud van
panty
panty
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het meervoud van
milieu
milieu
Slide 10 - Question ouverte
Verbeter het woord
facade
facade
Slide 11 - Question ouverte
Verbeter het woord
emphatie
emphatie
Slide 12 - Question ouverte
Veel leerlingen raakten de weg kwijt, maar de .... die aankwamen, hadden Google Maps gebruikt.
A
eerste
B
eersten
Slide 13 - Quiz
Na twee maanden bleken .... van de nieuwe iPhones te kunnen ontploffen.
A
enkele
B
enkelen
Slide 14 - Quiz
Van de leerlingen uit 3VTa hebben .... de toets prima gemaakt.
A
vele
B
velen
Slide 15 - Quiz
Van de gangbare personenauto's is de BMW wel één van de ......
A
duurste
B
duursten
Slide 16 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van
big
big
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van
pyjama
pyjama
Slide 18 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van
A4
A4
Slide 19 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van
taxi
taxi
Slide 20 - Question ouverte
Het woord
electriciteit...
electriciteit...
A
...is goed geschreven.
B
...moet zijn:
elektriciteit
C
...moet zijn:
electrisiteit
D
...moet zijn:
elecktriciteit
Slide 21 - Quiz
Verbeter het woord
acesoire
acesoire
Slide 22 - Question ouverte
Verbeter het woord
faiiesement
faiiesement
Slide 23 - Question ouverte
Nauwkeurig de zeekaarten […] (bestuderen), heeft de kapitein zijn schip veilig tussen de rotseilandjes door […] (loodsen). (zet de antwoorden onder elkaar)
Slide 24 - Question ouverte
Van mijn medeleerlingen missen er dagelijks [enkele|enkelen] de bus naar school.
A
enkele
B
enkelen
Slide 25 - Quiz
De banden van Fabians fiets zijn vorige week bij zijn werk [beide|beiden] lek gestoken.
A
beide
B
beiden
Slide 26 - Quiz
Vroeger leefden in dit strafkamp de [veroordeelde|veroordeelden] voornamelijk op water en brood.
A
veroordeelde
B
veroordeelden
Slide 27 - Quiz
In deze agrarische samenleving heeft men veel respect voor de [oudste|oudsten] onder de bevolking.
A
oudste
B
oudsten
