thema eenmanszaak - les 2 winst maken

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je boekje en schrift + pen & rekenmachine eruit.
4. De rest van tafel.
5. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je boekje en schrift + pen & rekenmachine eruit.
4. De rest van tafel.
5. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economie 
Economie 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  1. Herhaling vorige les - huiswerk
  2. Start en uitleg les 2 - winst maken  (omzet, inkoopwaarde, bruto en nettowinst, kostensoorten)
  3. Uitwerkkeuze:
    A) 1op1 uitwerking  voorbeeldvraag vanuit boek  -> daarna aan de slag
    B) Direct aan de slag
  4. Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

LET OP! differentiatie 
obv cijfers
De online omgeving
        Lesson up                                                Teams

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eensmanszaak
Het thema:
  1. De eenmanszaak

Les 0 - Periode 1 TW bespreking
Les 1 - Een bedrijf beginnen
Les 2 - Winst maken
Les 3 - Afschrijven
les 4 - herhaling en oefentoets tbv SO
Les 5 - SO 2 - de eenmanszaak 
Les 6 - Ondernemingsvormen (+ oefentoets voor thuis)
Les 7 - Marketingmix + voorbereiding toetsweek 
TOETSWEEK


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen - Les 1

  1. Aan het einde van de les weet je wat een investeringsbegroting is, en wat daarop staat.
  2. Aan het einde van de les weet je wat een financieringsplan is, en wat daarop staat.
  3. Aan het einde van de les weet je wat een balans is en wat daarop staat.
  4. Aan het einde van de les weet je hoe een balans in ingedeeld
  5. Aan het einde van de les weet je wat debiteuren en crediteuren zijn.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een debiteur ?
A
Iemand waar we nog geld van krijgen
B
Een schuldeiser
C
Iemand aan wie we nog geld moeten betalen
D
Iemand die een lening heeft verstrekt

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een crediteur?
A
Een persoon/bedrijf waar je nog geld van krijgt
B
Een persoon/bedrijf die nog goederen moet leveren
C
Een persoon/bedrijf die je nog moet betalen.
D
Een persoon/bedrijf die schulden heeft.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Linkerzijde balans

Rechterzijde balans

Passiva
Activa
Bezittingen
Schulden
Voorraad
Lening bank
Kasgeld
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Crediteuren

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
timer
0:00
Wat ga je doen
Controle antwoorden
+ vragen stellen 
Hoe ga je dit maken?
Hoge scoorders:
- zelfstandig

De rest:
- controle
- klassikaal nakijken.
Ben je klaar?
bekijk alvast les 2 informatie 
LET OP! 
Stoplicht

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eensmanszaak
Het thema:
  1. De eenmanszaak

Les 0 - Periode 1 TW bespreking
Les 1 - Een bedrijf beginnen
Les 2 - Winst maken
Les 3 - Afschrijven
les 4 - herhaling en oefentoets tbv SO
Les 5 - SO 2 - de eenmanszaak 
Les 6 - Ondernemingsvormen (+ oefentoets voor thuis)
Les 7 - Marketingmix + voorbereiding toetsweek 
TOETSWEEK


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen - Les 2
  1. Aan het eind van de les weet je wat omzet, en hoe je hiermee kan rekenen.
  2. Aan het eind van de les weet je wat kosten zijn en welke type kosten er bestaan.
  3. Aan het eind van de les kan je rekenen met kosten.
  4. Aan het eind van de les weet je wat brutowinst en nettowinst is en hoe je deze winsten kan berekenen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg met een voorbeeldsituatie :) 
Berkel b.v. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling les 1 -  de balans

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkomsten en uitgaven?
Opbrengst en kosten.

Wie kan van beide een voorbeeld noemen.
Een voorbeeld die Berkel B.V. kan hebben? 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultatenrekening
Overzicht van opbrengsten en kosten in een bepaalde periode. 

Hier komt alles op te staan waardoor ook het eigen vermogen verandert.

Resultatenrekening hoeft niet in evenwicht te zijn, maar wordt in evenwicht gemaakt met de winst of verlies


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultatenrekening 'het lijstje'
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

neem dit lijstje nu over.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van inhoud naar opbouw
We weten nu wat een:
  •  resultatenrekening is
  • dat een resultatenrekening niet in balans hoeft te zijn. Maar wel in balans komt door WINST of VERLIES.
Nu gaan we per onderdeel van de lijst aan de slag.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 1
Aan het eind van de les weet je wat omzet is, en hoe je hiermee kan rekenen.

Maak aantekeningen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultatenrekening 'het lijstje'
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet & Afzet
Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.
Omzet = opbrengsten

Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Hoe berekenen we de omzet?
Omzet = afzet x verkoopprijs
Totale omzet (TO) = Q x P                                                         

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet 
Bereken de omzet van boekhandel Berkel b.v.


timer
1:15

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 2
Aan het eind van de les weet je wat kosten zijn en welke type kosten er bestaan.


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultatenrekening 'het lijstje'
Omzet                           
Inkoopwaarde –       
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kosten soorten 

Inkoopkosten (inkoopwaarde v/d omzet)
= De boeken die we verkopen hebben we ook ingekocht. Deze kosten bij elkaar opgeteld zijn inkoopkosten. Het zijn pas kosten als de boeken verkocht worden.  FORMULE = Inkoopprijs x Q 
Bedrijfskosten
= Alle andere kosten die een bedrijf moet maken om te kunnen ‘draaien’. Denk aan personeelskosten, gas/water/licht, rentekosten, afschrijvingen, huurkosten, brandstofkosten, etc…


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 3 
Aan het eind van de les kan je rekenen met kosten.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultatenrekening 'het lijstje'
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkoopwaarde
Bereken de Inkoopwaarde van boekhandel Berkel b.v.
formule = Inkoopprijs x Q


timer
1:15

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijfkosten
Bereken de bedrijfskosten van boekhandel Berkel b.v.


timer
1:15

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel 4 
Aan het eind van de les weet je wat brutowinst en nettowinst is en hoe je deze winsten kan berekenen.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultatenrekening 'het lijstje'
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een positief nettoresultaat 
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat
Positief bedrijfsresultaat = NETTOWINST (voor belasting)

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een negatief nettoresultaat
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat
Negatief nettoresultaat= NETTOVERLIES (voor belasting)

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengevat
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat (voor belasting)

= Ink x Q

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zit dit er voor Berkel B.V uit?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rustmoment
timer
5:00

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van inhoud naar opbouw
We weten nu wat het resultaat van Berkel bv is.

Wat kan de eigenaar er nu mee doen?

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De balans voor 
De balans na

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De balans voor 
De balans na

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Opdrachten de 
resultaat berekenen
brutowinst berekenen

blz 10 t/m 13
Hoe ga je dit maken?

-> Extra uitleg? Klik op het oogje. 

1.  resultatenrekening
zelfstandig

Vragen? Lees bladzijde 8,9

Dan eerst je buur en als 2e de uitlegtafel.

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? 
(snelle werkers)
opdracht maken 
- brutowinst in procenten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blooket
Hoe goed weten wij de begrippen.

SPELEN maar.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen - Les 2
  1. Aan het eind van de les weet je wat omzet, en hoe je hiermee kan rekenen.
  2. Aan het eind van de les weet je wat kosten zijn en welke type kosten er bestaan.
  3. Aan het eind van de les kan je rekenen met kosten.
  4. Aan het eind van de les weet je wat brutowinst en nettowinst is en hoe je deze winsten kan berekenen.

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
1.500
omzet
2.000
rente
250
rente
100
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
2.100
2.250
150

Slide 49 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer .. (vul zelf in)

Slide 51 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk


Neem de spullen die je voor de les nodig hebt mee

Huiswerkopdrachten
resultatenrekening
brutowinst
brutowinst in procenten

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions