week 40 Tarea 3

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Buenos días

Hoy es miércoles el 2 de ..........

¿Qué vamos a hacer?

• hablar
• países y nacionalidades
• ontkenning
• trabajar
• tarea final

begroet

naam

afkomst

woonplaats

leeftijd

verjaardag

wat doe je?

afscheid

NATIONALITEITEN, ONTKENNING

UITLEG

ZELF

Paises y nacionalidades LA: pág. 20 ej. 1 y 2

• Landen hebben een hoofdletter--> España (Spanje), de inwoners en de taal hebben een kleine letter --> el español (het Spaans/de Spanjaard)
• De vrouwelijke inwoner krijgt een -a achter de mannelijke vorm: el holandés - la holandesa (de Nederlander - de Nederlandse)
• Of de -o verandert in een -a: el suizo - la suiza (De Zwitser - de Zwitserse)
• Voor het meervoud gelden dezelfde regels als voor de zelfstandige naamwoorden: el español

                                       el holandés

los españoles

los holandeses

¿Y vosotros?

De dónde sois?

De ontkenning

In het Spaans maak je een zin ontkennend door NO voor het vervoegde werkwoord te zetten:

Soms heb je dan 2 x NO in een zin. De eerste NO betekent dan nee, en de tweede NO betekent niet of geen. 

No, no me llamo Carmen, me llamo Ana. 

No, no tengo 11 años, tengo 12 años.

De ontkenning

Ahora vosotros: Maak de volgende zinnen ontkennend.

Soy de España.

Soy profesor.

Vivo en Madrid.

No, no soy de España. Soy de Holanda.

No, no soy profesor, soy estudiante.

No, no vivo en Madrid, vivo en Helmond.

¡A trabajar!

3.3, 3.4, 3.5, 3.6

Klaar?

Vraag het nakijkboekje en kijk je opdrachten na. 

Alles nagekeken? Aan de slag met de tarea final. pág. 8 

Schrijf 6 getallen op tussen 0 t/m 20

¡Vamos a jugar!

HUISWERK

Noteer in je leefboek voor woensdag 9 oktober:

Leren tarea 3 de woordjes en de grammatica