11 juni

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 11 en 12. 
  • Bespreken  opdr. 24 en 28.
  • H. 19.

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Ergon 11 en 12. 
  • Bespreken  opdr. 24 en 28.
  • H. 19.

Slide 1 - Diapositive

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Diapositive

Hulpboek blz. 136
Ergon 11 en 12. 


Slide 5 - Diapositive

Ergon 11
  • 1 ἔπαθον thematisch ἐ-παθ-ον  ik leed/ zij leden πάσχω
  • 2 ἔβησαν stam ἐ-βη-σαν zij gingen βαίνω
  • 3 λίπετε thematisch λιπ-ετε laat achter! λείπω
  • 4 ἤλπισε  sigmatisch (ε)-ελπιζ-ε hij/zij hoopte (op) ἐλπίζω
  • 5 ηὕρομεν thematisch (ε)-ευρ-ομεν wij vonden εὑρίσκω
  • 6 ᾤκησας  sigmatisch (ε)-οικησ-ας jij woonde οἰκέω

Slide 6 - Diapositive

Ergon 11
  • 7 ἐνεγκεῖν thematisch ἐνεγκ-ειν (te) brengen φέρω 
  • 8 ἔγνω stam ἐ-γνω hij/zij kende γιγνώσκω
  • 9 ἐκέλευσα sigmatisch ἐ-κελευσ-α ik beval κελεύω
  • 10 ἔψευσεν sigmatisch ἐ-ψευσ-εν hij/zij bedroog ψεύδω
  • 11 διεφθείρατε ps.sigmatisch δι-ε-φθειρ-ατε jullie vernietigden διαφθείρω
  • 12 ἤγαγες thematisch (ε)-αγαγ-ες jij bracht ἄγω

Slide 7 - Diapositive

Ergon 11
  • 13 ἐκλέψαμεν sigmatisch ἐ-κλεψ-αμεν wij stalen κλέπτω
  • 14 νείματε ps.sigmatisch νειμ-ατε verdeel!νέμω 
  • 15 παρεσκευάσατε sigmatisch παρ-ε-σκευασ-ατε  jullie bereidden voor παρασκευάζω
  • 16 ἔκρυψα sigmatisch ἐ-κρυψ-α ik verborg κρύπτω
  • 17 φῆνον ps.sigmatisch φην-ον toon! (ev) φαίνω
  • 18 εἷλον thematisch (ε)-ελ-ον ik greep / zij grepen αἱρέω

Slide 8 - Diapositive

Ergon 12-1
  • Toen de Trojanen hadden vernomen 
  • dat de Grieken het gebied van Troje hadden verlaten
  • gingen ze naar het strand, 
  • waar altijd hun schepen waren (geweest). 

Slide 9 - Diapositive

Ergon 12-2
  • Zodra de Grieken Troje verwoest hadden
  • verlieten ze meteen het land, 
  • waar ze gedurende tienjaar oorlog hadden gevoerd.

Slide 10 - Diapositive

Ergon 

Slide 11 - Diapositive

Offer

Taalboek blz. 76. 
Hulpboek blz. 68. 
Opdracht 24 en 28.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 24 abc
  • a + b Eigen verwerking.
  • c Προμηθεύς en ὁ Ζεὺς

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 24 d1

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 24 d2

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 24 e1

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 24 e2

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 28ab
  • a Het gebruik dat de mensen bij een vleesoffer het vlees opeten en de ingewanden aan de goden offeren. r. 28-30 Ἐκ τούτου δὲ οἱ ἄνθρωποι ἐπὶ τοῦ τῆς θυσίας δείπνου τὰ κρέα ἐσθίουσι καὶ τὰ σπλάγχνα θύουσι τοῖς θεοῖς.
  • b Zeus heeft de keus gemaakt wie welke zak kreeg. Door zijn keuze heeft hij het gebruik bepaald.

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 28cd
  • c Bijvoorbeeld: Zeus heeft niet goed opgelet en was te hebberig.
  • d Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: geldig, omdat Prometheus Zeus de keuze voorlegt en Zeus zelf de (verkeerde) keuze maakt. Of: ongeldig, omdat Prometheus bewust geen eerlijke verdeling maakt en Zeus bedriegt.

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 

Slide 20 - Diapositive

Hulpboek blz. 136

Herhaling!



Slide 21 - Diapositive

Ergon 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Ergon 1

Slide 26 - Diapositive


Pythia


Taalboek blz. 72. 
Hulpboek blz. 64. 
Opdrachten 10 en 13.

Slide 27 - Diapositive

Opdracht 

Slide 28 - Diapositive

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 19.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 151.
  • Lees Tekstboek blz. 78-79 
  • Maak Hulpboek blz. 70-71, opdr. 30 t/m 34.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 29 - Diapositive

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 30 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 32 - Question ouverte