Bodyparts Engelse les

Bodyparts
Engels groep 4
Bodyparts
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Bodyparts
Engels groep 4
Bodyparts

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bodyparts

Slide 2 - Carte mentale

Vraag aan de leerlingen  welke lichaamsdelen ze al kunnen benoemen in het Engels en vul ze in op het woordweb.
7

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:30
Welke lichaamsdelen heeft de zanger genoemd?

Slide 4 - Question ouverte

kinderen die het Engels nog lastig vinden mogen in het Nederlands antwoorden
00:41
Welke lichaamsdelen heeft de zanger genoemd?

Slide 5 - Question ouverte

kinderen die het Engels nog lastig vinden mogen in het Nederlands antwoorden
01:07
Waarvoor gebruik je je armen volgens de zanger?
A
om een handstand te doen
B
om te zwaaien naar iemand
C
om een tas te dragen
D
om grote knuffels te geven

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:31
Wat zijn bodyparts?
A
kleding
B
lichaamsdelen
C
make-up
D
organen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:53
Waarvoor gebruik je je neus?
A
to smell what's cooking
B
to sing along
C
to sing this song
D
to look around

Slide 8 - Quiz

Geef ook de vertaling van de zinnetjes in het Engels
02:14

Slide 9 - Vidéo interactive

Uiteindelijk laat je de leerlingen nogmaals het lied horen, maar dit keer zingen ze de keywords mee en doen ze de bewegingen uit het filmpje na. Doe als leerkracht zelf ook mee! Leerlingen kunnen eventueel ook het hele lied meezingen. Gebruik eventueel de flashcards om de leerlingen tijdens het lied te ondersteunen.
 
Voordat je de leerlingen het lied nog een keer laat horen, stel je ze eerst de volgende richtvragen:
Level 1; ‘Can you name the different body parts in this song?’ → Zie de keywords in de tabel ( als een leerling het nog te lastig vind mag hij/zij het in het Nederlands zeggen en zoek je samen het Engelse woord er bij)
Level 2: ‘Hoe zeg je in het Engels waar je een bepaald lichaamsdeel voor gebruikt?’ → I use my …. to….
Level 3: ‘Where can you use your body parts for?’ → to run around, to pick up, to smell, to hear, to taste, to give hugs, to touch, to look, to sing, to shake, to wiggle, to wave, to wrinkle...


02:14
Sta op en doe mee!
Raak het lichaamsdeel aan wat de zanger noemt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lichaamsdelen weet je nog?
Mouth
Hand
Eye
Ear
Foot
Nose

Slide 11 - Question de remorquage

Geef leerlingen een beurt om het goede lichaamsdeel naar de juiste Engelse naam te slepen of laat ze op hun eigen apparaat meedoen.
Opdracht
1. Op tafel ligt een wit blad en een potlood.
2. Luister goed naar wat ik zeg dat je moet tekenen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions