Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Taal verandert!
Van (1075):
Hebban olla vogala nestas hagunan kinase hic ens thu wat unbidan we nu.
naar (nu):
Alle vogels hebben al nestjes gemaakt, behalve jij en ik, waar wachten we nog op?
Slide 4 - Diapositive
Maar niet alleen woorden veranderen...
Luister eens naar een oud journaal.. Wat valt je nog meer op aan de taal?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Taalverandering
- Woorden
- Klanken
Slide 7 - Diapositive
Hoe komt het dat taal verandert?
Zoek de herkomst van zoveel mogelijk woorden op de volgende dia op.
Wat valt je op aan de herkomst van deze woorden?
Slide 8 - Diapositive
Uit welke taal hebben wij deze woorden geleend?
Restaurant
Shoppen
Überhaupt
E-mail
Sowieso
Paraplu
Agenda
Bureau
timer
3:00
Slide 9 - Diapositive
Uit welke taal lenen wij deze straattaalwoorden?
Zoek de betekenis en de herkomst op.
Fatoe
Patta
Osso
Skeer
Doekoe
Fittie
Fissa
Loesoe
timer
5:00
Slide 10 - Diapositive
Taalcontact?
Slide 11 - Diapositive
Wat vind jij ervan dat de Nederlandse taal verandert?
Taalverrijking of taalverloedering?
Schrijf de argumenten uit het filmpjes op in een tabel. Deze kun je straks gebruiken voor je opiniestuk.
Slide 12 - Diapositive
www.nporadio1.nl
Slide 13 - Lien
Slide 14 - Vidéo
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Maar waarom verandert taal eigenlijk?
Slide 18 - Diapositive
1. Nieuwe woorden voor nieuwe dingen
Hoe zei je in 1900 dat je iemand moest 'appen'?
Wisten we vijf jaar geleden wat een 'coronatest' of een 'lockdown' was?
Bedoel je als je gaat 'shoppen' net iets anders dan als je zegt dat je gaat winkelen?
Slide 19 - Diapositive
Waarom gebruiken sommige mensen straattaal en sommige mensen net niet?
Slide 20 - Diapositive
Time
Taim
Teum
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Diapositive
Opdracht:
Lees de tekst 'Is het erg dat taal verandert?'. Vervolgens maak je een onderzoeksverslag waarin je de informatie van deze les en de tekst verwerkt.
Slide 26 - Diapositive
Onderzoeksverslag
In jouw onderzoeksverslag beantwoord je in ieder geval de volgende vragen:
- Wat is taalverandering? Je geeft hierbij verschillende voorbeelden van taalverandering.
- Wat zijn verklaringen voor het ontstaan van taalverandering?
- Wat vind jij ervan dat de Nederlandse taal verandert?
Om antwoord te geven op deze laatste vraag mag je best eens met je klasgenoten discussiëren? Is taalverandering taalverloedering of juist broodnodig?
Slide 27 - Diapositive
BONUSOPDRACHT
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Welk woord is nu typisch voor het jaar 2023 en moet volgens jou uitgeroepen worden tot 'het woord van het jaar 2023'?
Schrijf het woord in het midden van je blaadje. Vervolgens maak je een ‘associatie pagina’, waarbij je allemaal woorden en zinnetjes opschrijft die bij het woord passen. Misschien wil je om het woord heen tekenen of plaatjes of foto’s plakken. Zo maak je een soort collage van hét nieuwe woord van het jaar 2023.