1vwo H5: herh + verdieping Aller + futur proche

H5: PARIS, j'adore
  • Persoonlijk voornaamwoord
  • Werkwoord aller
  • Futur proche
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H5: PARIS, j'adore
  • Persoonlijk voornaamwoord
  • Werkwoord aller
  • Futur proche

Slide 1 - Diapositive

Geef de Franse
persoonlijk voornaamwoorden

Slide 2 - Carte mentale

koppel de 
vertaling van
 persoonlijk 
voornaamwoorden




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
j'
wij
zij (mv)
ik
jullie/ u
jij
hij/zij/men

Slide 3 - Question de remorquage

Onregelmatig werkwoord: Aller = gaan
  • je vais            =  ik ga
  • tu vas             = jij gaat
  • il va                = hij gaat
  • elle va            = zij gaat
  • on va              = men gaat/ we gaan
  • nous allons     = wij gaan
  • vous allez       = jullie gaan/ u gaat
  • ils vont           = zij gaan
  • elles vont       = zij gaan

Slide 4 - Diapositive

ALLER
je
tu
elle
nous
vous
ils
vais
vas
va
allons
allez
vont

Slide 5 - Question de remorquage

Futur proche= toekomende tijd

Iets in de toekomst zeggen, daar gebruik je het werkwoord 'aller'= 'gaan' voor:

  • jij gaat een ijsje eten.

Slide 6 - Diapositive

Fransen hebben een andere volgorde:
alle werkwoorden bij elkaar!
  • jij gaat een ijsje eten.
  • jij gaat eten een ijsje.

  • onderwerp + pv (= goede vorm aller) + hele ww + rest


Slide 7 - Diapositive

Wat is de goede vorm van "aller":
je
A
suis
B
vais
C
es
D
vas

Slide 8 - Quiz

Wat is de goede vorm van "aller":
nous
A
allons
B
allez
C
avons
D
avex

Slide 9 - Quiz

Wat is de goede vorm van "aller":
ils
A
ont
B
sont
C
vont
D
alez

Slide 10 - Quiz

Wat is de zinsvolgorde
van de futur proche?

Slide 11 - Carte mentale

Zet het werkwoord in de futur proche:
je (manger)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 12 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de futur proche:
nous (avoir)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 13 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de futur proche:
Pierre et Marie (danser)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 14 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de futur proche:
Elles (regarder)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 15 - Question ouverte

Zet het werkwoord in de futur proche:
vous (être)
onderwerp niet opschrijven!

Slide 16 - Question ouverte

Zet de zin in de futur proche:
Je mange une baguette.
Let op: hoofdletters en punten!

Slide 17 - Question ouverte

Zet de zin in de futur proche:
On va au restaurant.
Let op: hoofdletters en punten!

Slide 18 - Question ouverte

Zet de zin in de futur proche:
Tu es à Paris.
Let op: hoofdletters en punten!

Slide 19 - Question ouverte

Aller + Futur Proche
  • Leer het werkwoord 'aller' heel goed.
  • Als je iets in de toekomst wilt zeggen heb je in het Frans een andere woordvolgorde:
  • onderwerp + pv (= goede vorm aller) + hele ww + rest


Slide 20 - Diapositive

Ik ben klaar voor de repetitie!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Aandachtspunt
voor mij is...

Slide 22 - Carte mentale