H5.4

De wereld na 1945
5.4 Samenwerking en democratie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De wereld na 1945
5.4 Samenwerking en democratie

Slide 1 - Diapositive

In deze paragraaf leer je hoe:
  • de internationale samenwerking in Europa begon.
  • de samenwerking werd uitgebreid.
  • de democratie werd versterkt.

Slide 2 - Diapositive




Kenmerkend aspect bij deze paragraaf: de Europese integratie

Slide 3 - Diapositive

4

Slide 4 - Vidéo

00:39
Welke stad wordt gezien als het hart van de Europese Unie?
A
Amsterdam
B
Boekarest
C
Brussel
D
Parijs

Slide 5 - Quiz

01:30
Met welk ideaal werd de eerste samenwerking opgericht?

Slide 6 - Question ouverte

03:28
Noem een voordeel van het gebruik van de Euro.

Slide 7 - Question ouverte

05:17
Noem een voorbeeld van Europese invloed dat je zag in het filmpje.

Slide 8 - Question ouverte

De Europese samenwerking begint

Na 1945 gingen Europese landen samenwerken om economische ontwikkeling te bevorderen.
(Dui en Fr wilden onderling vijandschap beëindigen).

Europese landen (DUI, FR, IT, NL, BE en LUX) werkten vanaf 1952 samen in de EGKS: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
- Geen invoerrechten op kolen en staal.


Slide 9 - Diapositive

Uitbreiding samenwerking
Door het succes van de EGKS werd in 1958 de EEG (de Europese Economische Gemeenschap) opgericht.

Er ontstond een vrije handel tussen de lidstaten: land dat lid is van een internationale organisatie.

Doordat het economisch heel goed ging met de EEG landen wilden meer landen hier bij horen.
(1973 Groot Brittannie, Ierland en Denemarken. 1981 Griekenland en in 1986 Spanje en Portugal).
Welvaart in München (1963)

Slide 10 - Diapositive

Na de Koude Oorlog ging het verder met de Europese integratie ( opgaan in een grote geheel).

Vanaf 1993 gingen de EEG landen nog nauwer samenwerken in de Europese Unie (EU).

1. Onderlinge grenscontroles afgeschaft.
2. 2002 Europese munt, de euro.
3. Burgers mogen vrij reizen, wonen en werken binnen de EU.
4. EU landen moeten zich aan EU- regels houden.

  • Met het vertrek van het VK zijn er nu 27 lidstaten.




Slide 11 - Diapositive

In welke volgorde zijn deze organisaties opgericht?
A. EEG
B. EGKS
C. EU
A
A B C
B
C B A
C
B A C
D
B C A

Slide 12 - Quiz

De EGKS is de
A
Nederlandse Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Europese Economische Gemeenschap
D
Nederlandse Economische Gemeenschap

Slide 13 - Quiz

De EEG is de
A
Nederlandse Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Europese Economische Gemeenschap
D
Nederlandse Economische Gemeenschap

Slide 14 - Quiz

De EU is de
A
Economische Unie
B
Europeaanse Unie
C
Nederlandse Unie
D
Europese Unie

Slide 15 - Quiz

De EU is een organisatie van democratische staten met een dagelijks bestuur: de Europese Commissie.

Europese burgers stemmen elke 5 jaar voor het Europees parlement --> zij controleren de Europese Commissie.

Belangrijke besluiten worden door de regeringsleiders gezamenlijk genomen door de Europese raad.

De EU werd tussen 1995 en 2013 uitgebreid naar 28 lidstaten. In 2016 kozen de Britten voor een Brexit.
Oekraïne is begonnen met het proces voor eventuele lidmaatschap.

Slide 16 - Diapositive

Democratie in Europa
Tien Europese landen vormen in 1949 landen de Raad van Europa: organisatie van Europese landen ter bevordering van de democratie.

In 1950 sloten de lidstaten het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
waaraan wetten van die landen moeten voldoen. De controle hiervan vindt plaats door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: Europese rechtbank in Straatsburg
 

Slide 17 - Diapositive

Kijk de opdr. 5.3 na.

Slide 18 - Diapositive