10.1 (C) Europese eenwording

1 / 14
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

EGKS en EEG
1951: Begin Europese eenwording. Oprchting Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS.): De Lidstaten stelde een gemeenschappelijk bestuur in voor hun kolen- en staalindustrie. 
  1. Frankrijk
  2. West-Duitsland
  3. Italië
  4. België
  5. Nederland
  6. Luxemburg. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

EGKS en EEG
In 1957 richten dezelfde 6 landen de Europese Economische Gemeenschap op (EEG.): Het gezamenlijk bestuur werd uitgebreid naar andere sectoren zoals landbouw. De handel tussen de EEG-landen werd vrij en naar buiten toe kregen ze gemeenschappelijke importtarieven. 

Slide 4 - Diapositive

EGKS en EEG
In de EEG bleven lidstaten onafhankelijk alleen de onafhankelijkheid werd wel beperkt. 

Er kwamen wel Europese wetten en regels. 

Slide 5 - Diapositive

EGKS en EEG
Deze wetten werden gemaakt door de Raad van Ministers. 

Het dagelijks bestuur ligt bij de Europese Commissie en het Europese Parlement. 

Belangrijke besluiten worden noemen door de Europese Raad. 

Slide 6 - Diapositive

EGKS en EEG
  1. In 1973 werd de EEG uitgebreid met Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken. 
  2. In 1980 volgden Griekenland, Spanje en Portugal. 

Slide 7 - Diapositive

EGKS en EEG
In 1985 sloten de BENELUX, Duitsland, Frankrijk het Verdrag van Schengen.

In dit verdrag werden onderlinge grenscontroles afgeschaft. 

Later sloten steeds meer landen hierbij aan. 

Slide 8 - Diapositive

De EU
In 1992 tekenen de Europese het Verdrag van Maastricht: 

In dit verdrag maakt de EEG plaats voor de Europese Unie (EU). 

Slide 9 - Diapositive

De EU
De EU werd op dezelfde manier bestuurd als de EEG. 

Alleen de EU ging niet alleen over de economie maar ook de veiligheid. 

Het Verdrag van Maastricht bepaalde ook dat er een gemeenschappelijke munt kwam. 

De landen die mee wilden doen met de Euro moesten economisch en financieel beleid aan Europese regels binden. 

De Euro werd in 2002 ingevoerd. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Europese democratieën. 
Oorzaken Europese eenwording: 
  1. Economische voordelen van handel. 
  2. Duitsland en Frankrijk waren niet meer de supermachten van vroeger en voelde zich bedreigd door de Sovjet-Unie. Samen waren zij sterker. 
  3. Door samenwerking kon een militaristisch en sterk Duitsland voorkomen worden. 

Slide 12 - Diapositive

Europese democratieën.
Voorwaarde van lid worden van de EU is: Je moet een democratie zijn.
  1. Na de Duitse eenwording was Duitsland een stabiele democratie geworden. 
  2. Griekenland, Spanje en Portugal hadden hun militaire dictaturen vervangen voor een democratie. 
  3. Na de val van de muur waren er ook democratie gekomen in Polen, Hongarije, Tsjechië.
  4. Deze sloten zich allemaal aan bij de EU

Slide 13 - Diapositive

Moeizame eenwording
Eenwording ging niet altijd soepel doordat: 
  • Nationale gevoelens en belangen bleven een grote rol spelen. 
  • Landen wilden niet bevoegdheden aan Europa overdragen. 
  • Voor veel belangrijke beslissingen was consensus nodig. 
  • Veel van de gemaakte afspraken werden regelmatig niet nagekomen. 

Slide 14 - Diapositive