Blok 2, Hoe wonen mensen?

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Trots op je stad of streek?
Ben je trots op de streek waar je vandaan komt?
Supporter van PSV Eindhoven?
Trots dat je Brabander bent?
Trots op de Kempen of op je eigen dorp waar je vandaan komt?

Slide 2 - Diapositive

Hanzesteden
Samenwerking steden rond Noord- en Oostzee
-Meer winst
-Handelsnetwerk  
- Samen reizen was veiliger
- Ze konden samen goedkoper inkopen doen.
In de moderne tijd: Hanzesteden gebruiken hun geschiedenis om toeristen te trekken.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Samenwerking: 
Om een ambacht te mogen doen (timmeren, bakken, schoenen maken) moest je lid zijn van een speciale vereniging van ambachten= gilde. Elk beroep had zijn eigen gilde
Voordelen:
- prijs
- kwaliteit
- opleiding
- begravenissen en trouwerijen
- geld voor zieken en weduwen. 

Om de samenwerking in de handel te verbeteren waren er Hanze steden. 
Voordelen:
- Samen stonden ze sterk tegen de tol betalingen van edelen
- Samen reizen was veiliger
- Ze konden samen goedkoper inkopen doen.

Slide 5 - Diapositive

Stadsrechten

Mensen moesten de heer gehoorzamen (steden en staten)
De Heer gaf steden stadsrechten:

  • Zelf de stad besturen
  • Eigen wetten maken
  • Stadsmuur bouwen
  • Eigen leger hebben
  • Rechtspraak zelf doen
  • Eigen munten slaan

Slide 6 - Diapositive

Dicht bij je werk?
-Vroeger ging je wonen in de stad/dorp waar je werkte.
Sommigen woonden in hun bedrijf of erboven.

-Nu: mensen reizen van hun woonplaats 
naar hun werk = Forens.
Wonen niet in hun werk of erboven, vaak ergens anders in woonwijken.


Slide 7 - Diapositive

Wijken en buurten
  • Steden groeien de laatste 100 jaar
  • Wijken bijbouwen (wijk is deel van een stad of dorp waar mensen wonen) Oude wijken worden soms achterstandswijken  (= verpauperen) Mensen met lage inkomens hebben geen geld voor renoveren.
  • Gemeenten en opkopers gaan die wijken soms  wel opknappen: dat heet Stedelijke vernieuwing

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz


Welke vorm van stadsvernieuwing?
A
Saneren
B
Renoveren
C
Vinex-wijk
D
Nieuwbouw

Slide 11 - Quiz

Wat is een forens?
A
Mensen die reizen tussen hun werk en woonplaats.
B
Mensen die niet kunnen reizen.
C
Mensen die in de stad wonen.
D
Mensen die op het platteland wonen.

Slide 12 - Quiz


 Een stad kon stadsrechten krijgen. 
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden
B
De stad mocht zelf belasting ophalen
C
De stad mocht stadsmuren bouwen
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen

Slide 13 - Quiz