Blok 2 Hoe wonen mensen?

Thema 5 Steden en dorpen
Blok 2 Hoe wonen mensen?
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 Steden en dorpen
Blok 2 Hoe wonen mensen?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarin verschilt een stad ten opzichte van een dorp? Leg uit.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was ook al weer de primaire sector van werk?
A
Werken in landbouw en tuinbouw
B
Werken in de dienstverlening
C
Werken in de fabriek
D
Werken als eigen baas

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat we bedoelen met een agglomeratie (of geef een voorbeeld ervan).

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal mensen op het platteland in cm2
B
Gemiddelde inwoners van een stad.
C
Het gemiddeld aantal mensen per km2
D
Of mensen in flats wonen.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling: De bevolkingsdichtheid op het platteland is hoger dan in de stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je in een stadscentrum tegen komen?
A
Cafés
B
Middeleeuwse stadspoort
C
Hotels
D
Station

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beroep is geen ambacht?
A
Bakker
B
Taxichauffeur
C
Timmerman
D
Smid

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de Middeleeuwen wilden marktkooplui verkopen. Hoe heet dat?
A
Aanbod
B
Handel
C
Vraag
D
Winst maken

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat deden geldwisselaars in de Middeleeuwen?
A
Leenden geld uit tegen betaling (rente).
B
Controleren of de prijs klopt van producten.
C
Rekenden af voor de marktkoopman.
D
Wisselden vreemd geld om tegen geld van de stad.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee voordelen van verhuizen naar de stad.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie doe jij de PO Middeleeuwse stad?
(Drie groepjes van 4 en twee groepjes van 5)!

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
• voorbeelden noemen van Hanzesteden.
• drie voordelen voor steden noemen om lid te zijn van de Hanze.
• uitleggen welke taak de gilden in de stad hadden.
• uitleggen dat je werk vroeger vaak bepaalde hoe je huis eruitzag.
• uitleggen waarom de stadsbewoners stadsrechten wilden.



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen sta je sterk
  • Het Hanzeverbond. 
  • Een verbond van bijna 200 Noord-Europese steden aan het water die samenwerkten om beter handel te kunnen drijven.
  • In Nederland, 13 Hanzesteden.
  • Steden waren klein. In de stad woonden vooral veel ambachtslieden.
  1. Timmerman
  2. Bakkers
  3. Schoenmakers
Gilde: Vereniging in de Middeleeuwen van mensen met hetzelfde beroep.
  • Je leerde het beroep van een ervaren persoon uit de gilde. 
      Er was geen school.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Hanze
Voordelen Hanze:
  1. Samen op reis = veiliger.
  2. Samen afspraken maken. Bijv. minder belasting betalen aan de heer.
  3. Handelaren gebruikte dezelfde munten, maten en gewichten.
  4. Het alleenrecht. Hanzesteden 
      mochten alleen in bepaalde 
      producten handelen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gilde
Mensen met hetzelfde ambacht werden lid van een vereniging = Gilde.
Functies van een gilde:
- Leden hielpen elkaar bij ziekte
- Als iemand doodging, zorgden zij voor het gezin
- Zij controleerden de kwaliteit van de producten
- Zij bepaalden de prijs van het product.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook zorgde het gilde dat het ambacht werd doorgegeven aan een nieuwe generatie.
  • Leerling in de leer bij meester.
  • Leren van het ambacht;   basisvaardigheden = gezel.
  • Examen afleggen: meesterproef.
Meesterproef

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stadslucht maakt vrij!


  • Steden worden groter en rijker
  • Steden moesten gehoorzamen aan de heer (bisschop of graaf)
  • Inwoners willen zelf baas zijn!
  • Opstellen van regels en wetten: stadsrechten

Dit werd gedaan tussen de heer (adel) en de stad.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Filmpje = 2 minuutjes
Stadsrechten
  • Regels eigen bestuur stad
  • Stadsmuur bouwen
  • Markten organiseren
  • Tolheffingen
  • Belasting betalen
  • Bijstand bij oorlog

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu centrale overheid
Geen stadrechten meer!
  • Land bestuurt vanuit politieke hoofdstad 
Den Haag.
  • Wetten en voorzieningen voor iedereen.
Bijv. Belasting, onderwijs, politie, wegen, regels, etc.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2
• uitleggen dat je werk vroeger vaak bepaalde hoe je huis eruitzag (en wat er veranderd is).
• uitleggen dat kenmerken van bewoners en een wijk met elkaar te maken hebben.
• uitleggen hoe woonwijken in een achterstandswijk kunnen veranderen.
• voorbeelden noemen hoe buurten en wijken kunnen verbeteren.


 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel miljard km per jaar reizen wij Nederlanders met zijn allen denken jullie?

Slide 27 - Carte mentale

Inwoners van Nederland van 6 jaar of ouder legden in coronajaar 2020 binnen Nederland gezamenlijk 152 miljard reizigerskilometers af. Daarvan werd 12,5 miljard kilometer gereisd met het openbaar vervoer. 
In 2019 reisden inwoners 30,6 miljard kilometer met het openbaar vervoer (van het totaal van bijna 219 miljard reizigerskilometers in 2019). 

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dicht bij je werk
-Vroeger ging je wonen in de stad/dorp waar je werkte.
Sommigen woonden in hun eigen bedrijf of erboven.
-Nu: mensen reizen van hun woonplaats
naar hun werk = forens.
Wonen niet bij hun werk, vaak ergens anders in woonwijken.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wijken en buurten
  • Steden groeien de laatste 100 jaar
  • Wijken bijbouwen (wijk is deel van een stad of dorp waar mensen wonen)
  • Huizen vaak in rijtjes gebouwd. Soms ook vrijstaand.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oude wijken
  • Slecht geïsoleerd of onderhouden.
  • -Armoede zichtbaar
  • -weinig winkels
  • -hoge werkloosheid
  • -hogere misdaadcijfers
= Achterstandswijken.
-->Verpauperen

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpaupering van wijken
Vanaf 1970 verpauperden steden steeds verder:
  • Jonge en rijke mensen vertrokken. 
  •  Arme en oude mensen bleven achter.
  • Huizen en voorzieningen werd niet meer goed onderhouden: 
  • verpaupering.
  • De leefbaarheid van steden ging verder achteruit

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpaupering tegen gaan
Om verpaupering en waardedaling van huizen tegen te gaan willen steden met de tijd mee en vernieuwen. 
= stedelijke vernieuwing.
  • Slopen oude wijken en dan weer nieuw bouwen. 
Betere isolatie, dubbel glas, etc.
  • Aanleg van parken, buurthuizen, winkels en 
scholen.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions