so werkwoordspelling

SO werkwoordspelling
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

SO werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
Camera's en microfoons aan;
Geluid op je computer/device uit;
Je bent goed in beeld;
Overleg is niet toegestaan;
De toets heeft een tijdslot van 15 minuten.

Slide 2 - Diapositive

Klaar?
Als je klaar bent met de toets ga je verder met de trappen van vergelijking.
Of je leest in een boek!

Camera en microfoon blijven aan!

Slide 3 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Hij (verkleden) zich eerst nog even.

Slide 4 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Wat ... (gebeuren) daar allemaal?

Slide 5 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
We wachten tot de storm wat (bedaren).

Slide 6 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Hij (strijden) tegen het onrecht in de wereld.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Het is jammer dat het weer zo (veranderen).

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
De folder (vermelden) hoe laat elke workshop begint.

Slide 9 - Question ouverte

pv vt

Slide 10 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Volgens mij (lopen) er vannacht een wild dier om onze tent.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Drie huizen (branden) vannacht helemaal af.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Vroeger (dulden) mijn grootouders geen tegenspraak.

Slide 13 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Afgelopen zaterdag (bezorgen) de postbode het pakje verkeerd.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Een jaar geleden (kleven) er nog veel nadelen aan die site.

Slide 15 - Question ouverte

vd

Slide 16 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
De vloeren zijn weer (schrobben).

Slide 17 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Wij wachten tot de bloemen zijn (bezorgen).

Slide 18 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Afgelopen week heeft mijn vader de tafel en stoelen (verven).

Slide 19 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Janneke is in haar hele leven wel twaalf keer (verhuizen).

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
De ramen hebben nog nooit zo mooi (glimmen) als nu.

Slide 21 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
De inbreker is het huis binnen (dringen).

Slide 22 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Messi is regelmatig tot de beste voetballer (kiezen).

Slide 23 - Question ouverte

vd bvn

Slide 24 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Er stond een file bij de (afzetten) straat.

Slide 25 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Het (kopen) fototoestel was van goede kwaliteit.

Slide 26 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Het (afbranden) huis wordt weer herbouwd.

Slide 27 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Ik geloof dat dit een goed (besteden) dag was.

Slide 28 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
We stonden op het (verbreden) perron te wachten.


Slide 29 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
De (aflassen) voetbalwedstrijd ging definitief niet door.

Slide 30 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
De als clown (verkleden) man liep gewoon op straat

Slide 31 - Question ouverte

engels

Slide 32 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Vroeger (daten) mijn tante altijd met veel oudere mannen.

Slide 33 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Klaas (downloaden) elke dag muziek van internet.

Slide 34 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Roy (deleten) snel de foto’s toen hij dacht dat hij betrapt was.

Slide 35 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Mijn broers (racen) gisteravond door de straten.

Slide 36 - Question ouverte

infinitief

Slide 37 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Wij blijven (wachten) tot de bloemen zijn bezorgd.

Slide 38 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Hij moet zich elke dag bij zijn moeder (melden).

Slide 39 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Wanneer denk je te (antwoorden)?

Slide 40 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Gisteren kon hij de kat uit de boom (bevrijden).

Slide 41 - Question ouverte

gebiedende wijs

Slide 42 - Diapositive

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(vinden) mij alsjeblieft aardig!

Slide 43 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(verraden) me niet!

Slide 44 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(beantwoorden) deze vraag onmiddellijk!

Slide 45 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(melden) je onmiddellijk bij de directeur!

Slide 46 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
Niets (vermoeden) ging hij op pad.

Slide 47 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(Kermen) van pijn smeekte hij om genade.

Slide 48 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(Strompelen) gingen ze naar huis.

Slide 49 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm.
Schrijf de hele zin over.
(Fluiten) ging hij naar school.

Slide 50 - Question ouverte