Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
10 vragen over beroepshouding & grondhouding
Slide 1 - Diapositive
De grondhouding heeft invloed op de beroepshouding. Waar bestaat die grondhouding uit?
A
ideeën, gevoelens en kwaliteiten
B
ideeën, gevoelens en meningen
C
ideeën, kwaliteiten en meningen
D
ideeën, meningen en positie
Slide 2 - Quiz
welke aspecten van grondhouding kun je nog meer benoemen?
Slide 3 - Carte mentale
sleep de blauwomrande tekst naar de juiste beroepshouding
Inlevingsvermogen
betrokkenheid
assertiviteit
representativiteit
Laten merken dat je naar mensen luistert, hen waardeert en respecteert
geïnteresseerd zijn in de maatschappij
je beroep en organisatie vertegenwoordigen
op een positieve manier opkomen voor je mening
Slide 4 - Question de remorquage
casus: Suzie woont 2 maanden in Utrecht. Ze is net gescheiden en moet haar draai in de nieuwe wijk nog vinden. Deze deur wordt ze verrast door haar buurvrouw die aan de deur stond met een warme maaltijd. Dit waardeerde ze zeer, ze voelde zich welkom.
Beschrijf uit welke grondhouding de buurvrouw volgens jouw gehandeld heeft!
Slide 5 - Question ouverte
Annabel komt als zorgmedewerker bij de mensen thuis. Als zorgmedewerker heeft ze bedrijfskleding aan.
Welke houding hoort hier bij?
A
Betrouwbaarheid
B
Assertiviteit
C
Representativiteit
D
Inlevingsvermogen
Slide 6 - Quiz
Casus: Arthur is 2,5 jaar oud en speelt met kinderen in de opvang. Er zijn twee kindbegeleiders aanwezig. De kinderen spelen met fietsjes. Arthur wil naar een andere leefgroep fietsen. Een begeleider legt uit dat dit niet mogelijk is omdat daar de baby's spelen. Arthur gooit zichzelf van z'n fietsje af en begint te schreeuwen en te huilen. De begeleider neemt de arm van Arthur vast en neemt hem naar de gang tot hij kalmeert. Wanneer hij gekalmeerd is neemt de begeleider hem mee terug naar de groep en vraagt hem of het al wat beter gaat. Arthur gaat terug verder spelen met de kinderen.
Welke van de 5 besproken beroepshoudingen komt volgens jou hier aan de orde? Geef bij elke houding aan waarom je dat denkt?
Slide 7 - Question ouverte
In gesprek met de praktijkbegeleider hangt de stagiaire onderuit in een stoel en kijkt voornamelijk naar de grond. Ook is de stagiaire niet echt spraakzaam. De praktijkbegeleider stoort zich hieraan. Welke beroepshouding moet de stagiaire nog ontwikkelen?
Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
betrokkenheid
B
inlevingsvermogen
C
representativiteit
D
assertiviteit
Slide 8 - Quiz
Een voorbeeld waarbij grondhouding van invloed is op beroepshouding is het werk van een pedagogisch medewerker. De grondhouding van een pedagogisch medewerker is gebaseerd op respect, empathie, acceptatie en echtheid. De beroepshouding van een pedagogisch medewerker is gebaseerd op de beroepscode, gedrag en beroepshouding die zijn vastgelegd in een protocol.
sleep naar waar of niet waar!
Slide 9 - Question de remorquage
Casus: Meneer Van Driel is 81 jaar en onlangs zijn vrouw verloren. Z'n vrouw was echt zijn maatje. Ze deden van alles samen. Op vakantie, naar de moestuin en keken ook naar dezelfde programma's op TV. Meneer van Driel voelt zich de laatste tijd erg eenzaam en wil daarom graag iets om handen hebben. Hij heeft een afspraak met jou als sociaal werker ingepland om hierover te praten.
Beschrijf welke stappen jij als sociaal werker samen met meneer van Driel wil doorlopen. Neem hierbij de beroepshoudingen in het achterhoofd.
Slide 10 - Question ouverte
In de beroepscode van de sociaal werker wordt bij Art. 25 gesproken over "Schending van vertrouwen"
Aan welke beroepshouding denk jij dit artikel te kunnen koppelen?