Goedkoper en duurder VI1

Goedkoper en duurder
GOEDKOPER OF DUURDER?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeBasisschoolSpeciaal OnderwijsLeerroute 1Leerroute 2Leerroute 3Groep 1-4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goedkoper en duurder
GOEDKOPER OF DUURDER?

Slide 1 - Diapositive

In ons land betalen we met:
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

KAN JE ZELF HET EUROTEKEN INTIKKEN?

Slide 3 - Question ouverte

Welke van deze afbeeldingen is GEEN cash geld?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Welke afbeelding is een briefje?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Welke afbeelding is een muntstuk?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Orden in waarde van klein naar groot

Slide 7 - Question de remorquage

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 8 - Quiz

WAT IS ER GOEDKOPER?
A
B

Slide 9 - Quiz

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 10 - Quiz

WAT IS ER GOEDKOPER?
A
B

Slide 11 - Quiz

Neem een foto van iets op school dat duurder is dan een flesje water

Slide 12 - Question ouverte

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 13 - Quiz

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 14 - Quiz

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 15 - Quiz

WAT IS ER GOEDKOPER?
A
B

Slide 16 - Quiz

Wat is hier het duurste product?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 18 - Quiz

WAT IS ER GOEDKOPER?
A
B

Slide 19 - Quiz

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 20 - Quiz

WAT IS ER GOEDKOPER?
A
B

Slide 21 - Quiz

Neem een foto van een product dat duurder is dan een boek

Slide 22 - Question ouverte

Orden de afbeeldingen van goedkoop naar duur

Slide 23 - Question de remorquage

Orden de afbeeldingen van duur naar goedkoop

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is hier het goedkoopste product?
A
B
C
D

Slide 25 - Quiz

WAT IS ER DUURDER?
A
B

Slide 26 - Quiz

Wat is er duurder?
A
B

Slide 27 - Quiz

WAT KOST ER MINDER DAN 20 EURO EN WAT MEER?
+ 20 euro

Slide 28 - Question de remorquage

WAT ZOU IK ALLEMAAL KUNNEN KOPEN MET 10 EURO?

Slide 29 - Question de remorquage

Wat vonden jullie van de quiz? Neem een foto van jezelf om te tonen hoe je je voelt na deze quiz!

Slide 30 - Question ouverte