3.5 Rekenen aan gassen

3.5 Rekenen aan gassen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.5 Rekenen aan gassen

Slide 1 - Diapositive

Herhaling Massa & mol

Slide 2 - Diapositive

Molaire massa
  • De massa van 1 molecuul in u = de massa van 1 mol in g

  • De massa van 1 molecuul NH3 = 17,03 u
  • De massa van 1 mol NH3 = 17,03 g

  • Molaire massa (M) = de massa van 1 mol stof in g/mol

Slide 3 - Diapositive

Blokschema chemisch rekenen





-Je kunt dus zeggen dat:massa (g) = molaire massa (g/mol) x chem. hoeveelheid (mol)
chem. hoeveelheid (mol) = massa (g) / molaire massa (g/mol)
molaire massa (g/mol) = massa (g) / chem. hoeveelheid (mol)
of in formules:
 m = M x n
 n = m / M
 M = m / n 

-Mm = molaire massa in g / mol.
NA = constante van Avogadro.

Slide 4 - Diapositive

Rekenschema

Slide 5 - Diapositive

Dichtheid

Slide 6 - Diapositive

Molaire volume
- Volume bij gassen werkt iets anders dan volume bij vloeistoffen

Bij vloeistof gebruik je dichtheid 

Bij gassen gebruik je molaire volume 

Slide 7 - Diapositive

Molair volume
  • Bij dezelfde temperatuur en dezelfde druk, heeft 1 mol van elk gas hetzelfde volume
  • Dit volume noemt men het molair volume (Vm)

Slide 8 - Diapositive

Molair volume (Vm)
Gassen hebben een vast volume bij vaste temperatuur en druk.

Slide 9 - Diapositive

Rekenschema
Vm = 24 dm3

Slide 10 - Diapositive

rekenen met molair volume
bij een temp van 25C is het molair volume: 24,5 dm3 mol-
dat betekent dat 1 mol gas, 24,5 dm3 inneemt.

Slide 11 - Diapositive

Significantie
Hoe nauwkeurig iets is, noem je de significantie

Significantie gaat over hoe nauwkeurig je meet

Hoe nauwkeuriger je meet, hoe preciezer je uitkomst

Slide 12 - Diapositive

Significantie

Slide 13 - Diapositive

Significantie regels: optellen/aftrekken
  • Je kijkt naar het aantal decimalen (cijfers achter komma) van de meetwaarden in de opgave.
  • Bij het afronden van je antwoord gebruik je het minst aantal decimalen van de meetwaarden uit de opgave.
  • Bij scheikunde gebruik je dit eigenlijk alleen bij uitrekenen van molecuulmassa's (optellen van atoommassa's).

Slide 14 - Diapositive

Significantie regels: vermenigvuldigen/delen
  • Je kijkt naar het aantal significante cijfers van de meetwaarden in de opgave.
  • Dit zijn alle cijfers van een getal, behalve nullen vooraan (nullen achteraan tellen dus wel mee).
  • Bij afronden gebruik je het minst aantal significante cijfers van de meetwaarden in de opgave.

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk
3.5: 42,44,46,48

Slide 16 - Diapositive