Lesson 22 deel 1

Vak: Engels
Hoofdstuk: Lesson 22
1. 
Lesopening
2. 
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk: Lesson 22
1. 
Lesopening
2. 
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van Engels en open deze op bladzijde 54.
Pak ook je werkboek, maar laat deze nog even dicht. 



Slide 2 - Diapositive

2. Terugblik
Zijn in de verleden tijd. Hoe zat dat ook alweer?

I ....                                       we ......
You.....                                you.....
He.......                                they......
She......
It.....

Slide 3 - Diapositive

2. Terugblik
Wat is ook alweer een belangrijke regel wanneer je een maand in het Engels schrijft?

Wie kan uitleggen wat we bedoelen met de trap van vergelijkingen?

Slide 4 - Diapositive


The giraff is ... than the warthog
A
Large
B
Larger
C
alle 3 zijn goed
D
Largest

Slide 5 - Quiz

I love my grandma.
She is the ..............grandma there is. (silly)
A
sillyest
B
sillier
C
sillyier
D
silliest

Slide 6 - Quiz

hard
sharp
cool
fit
big
easy
good
harder
fitter
better
coolest
sharpest
biggest

Slide 7 - Question de remorquage

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- Heb je nieuwe woorden in het Engels geleerd
- Weet je hoe je rangtelwoorden in het Engels schrijft. 

Slide 8 - Diapositive

 Wat zijn rangtelwoorden?

Rangtelwoorden (ordinal numbers) gebruik je om een volgorde aan te geven.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 
sixteen - sixteenth

Slide 11 - Diapositive

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 12 - Diapositive

Vertaal: tweede
A
seconde
B
second
C
twoth
D
tweeth

Slide 13 - Quiz

Vertaal: vijfde
A
fifth
B
fiveth
C
vifth
D
five

Slide 14 - Quiz

Vertaal: zestiende
A
six-teenth
B
siksteenth
C
sixtenth
D
sixteenth

Slide 15 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
We luisteren klassikaal naar het verhaal in je boek op blz 54. Daarna maken we opdracht 14 samen.

Slide 16 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 17 en 19 op blz 42/43.


Ben je klaar?
Dan stuur je mij de foto's van je gemaakte werk.

Slide 17 - Diapositive