rangtelwoorden en words 2.1

Grammar : rangtelwoorden.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammar : rangtelwoorden.

Slide 1 - Diapositive

Today’s aim:
Ik kan een Engels getal in een rangtelwoord veranderen.

Slide 2 - Diapositive

Geef een voorbeeld van rangtelwoorden?

Slide 3 - Question ouverte

Functie van een rangtelwoord (ordinal)
Een rangtelwoord geeft de rang in bijvoorbeeld een 'lijst' aan.
Hij werd tweede in de race.
He became second in the race.

Slide 4 - Diapositive

Rangtelnummers (ordinal numbers)

Slide 5 - Diapositive

Een rangtelwoord maak je (bijna !) altijd door er   
-th achter te zetten.
Voorbeeld:

Four  -  Fourth 
Five  -  Fifth 
Six  -   Sixth
 Seven  -  Seventh 

Slide 6 - Diapositive

Uitzonderingen:
First - Second - Third (en twenty-first, thirty-second, etc.).
five - fifth 
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth
twenty - twentieth
(thirty - thirtieth, forty -  fortieth enz..)

Slide 7 - Diapositive

In het kort
1e = first /1st.
2e = second/2nd
3e= third/ 3nd

maar ook tientallen met als tweede cijfer 1, 2 of 3 schrijf je zo.
21 = twenty-first / 21st

Slide 8 - Diapositive

in het kort
De andere rangtelwoorden eindigen allemaal op -th.
four > fourth (vierde)
seventeen > seventeenth (zeventiende).

soms verandert de spelling van het rangtelwoord, zodra je hier +th achter zet.

Slide 9 - Diapositive

In het kort
Een aantal voorbeelden van wijzigingen in spelling:
five - fifth
eight - eighth
nine - ninth
twelve - twelfth

Slide 10 - Diapositive

In het kort
En denk aan de afgeronde tientallen zoals 20e, 30e en 40e enz.

20e > twentieth (voorheen 20 > twenty).
de 'y' van twenty verandert in 'ie' en dan + th.
30e > thirtieth
40e > fourtieth

Slide 11 - Diapositive

Uitspraak 'th'
De 'th' klank is een klank die wij niet in de Nederlandse taal kennen.

Een tip om deze klank uit te spreken:
- zet je tong tegen de onderkant van je voortanden aan laat je tong los terwijl je de 'd' probeert uit te spreken.

Slide 12 - Diapositive

Vul in: zesde

Slide 13 - Question ouverte

Which one is correct?

21e
A
21th
B
21e
C
21st
D
21nd

Slide 14 - Quiz

Which one is correct?

achtste
A
eighth
B
eightht
C
eightieth
D
eight

Slide 15 - Quiz

Vul in: 34e (uitschrijven).

Slide 16 - Question ouverte

Ben je het er mee eens?
Ik kan nu Engelse rangtelwoorden gebruiken.
A
Helemaal mee eens
B
mee eens
C
niet mee eens
D
helemaal niet mee eens

Slide 17 - Quiz

Thank you for your attention! Now it's time for words!

Slide 18 - Diapositive

Vertaal het woord:
want

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal het woord:
learn

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal het woord:
use

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal het woord:
date

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal het woord:
holidays

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal het woord:
example

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal het woord:
vliegen

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal het woord:
neef/nicht

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal het woord:
manier

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal het woord:
elk(e)

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal het woord:
beroemd

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal het woord:
iets

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal het woord:
jong

Slide 31 - Question ouverte