§ 3.3 Het hart

§ 3.3 het hart
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§ 3.3 het hart

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg video bloedsomloop 
korte uitleg hart
§ 3.1 tm § 3.3 afronden en leren
Bloedsomloop puzzel of - spel

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Het stollen van het bloed wordt gestart door de....
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 4 - Quiz

Bij bloedarmoede kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren door...

A
Een gebrek aan bloedplasma
B
Een gebrek aan rode bloedcellen
C
Een gebrek aan hemoglobine
D
Vervormde rode bloedcellen

Slide 5 - Quiz

Bij het stollen van bloed verandert...
A
hemoglobine in hemoglobineen
B
fibrine in fibrinogeen
C
fibrinogeen in fibrine
D
hemoglobine in hemoglobine

Slide 6 - Quiz

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 7 - Question de remorquage

In bloedplasma zit zuurstof opgelost
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Bij verbranding in je lichaam komt koolstofdioxide vrij
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een slagader heeft een dunne wand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Het hart bestaat uit vier kamers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke bloeddeeltjes geven bloed de rode kleur?

Slide 12 - Question ouverte

Bij inspanning heb je glucose nodig. Vanuit welk orgaanstelsel gaat glucose het bloed in?

Slide 13 - Question ouverte

Een taak van bloed is het vervoeren van stoffen. Noem nog een taak van bloed.

Slide 14 - Question ouverte

Leerdoelen § 3.3
  • 3.3.5 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • 3.3.6 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 15 - Diapositive

De bloedsomloop

Dubbele bloedomloop

- Kleine bloedsomloop >> Longen
- Grote bloedsomloop >> Lichaam

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Binnenkant hart
  • Twee boezems
  • Twee kamers
  • Hartkleppen
  • Slagaderkleppen/halvemaanvormige kleppen

Stroomrichting
  1. Onderste/bovenste holle ader
  2. Rechter boezem
  3. Rechterkamer
  4. Longslagader
  5. Longen
  6. Longader
  7. Linkerboezem
  8. Linkerkamer
  9. Aorta --> lichaam

Slide 19 - Diapositive

bovenste holle ader
1
onderste holle ader
2
longslagader
4
aorta
3
rechterboezem
5
linkerkamer
6
longader
7

Slide 20 - Diapositive

Hartkleppen en halve maanvormige kleppen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Hartslag
Een hartslag bestaat uit 3 fases:
  1. Boezems trekken samen: bloed stroomt naar kamers. Kamers zijn ontspannen.
  2. Kamers trekken samen: bloed stroomt aorta en longslagader in. Boezems zijn ontspannen, hartkleppen dicht.
  3. Hartpauze: spieren trekken niet samen --> bloed stroomt het hart in. Hartkleppen open, halvemaanvormige kleppen dicht.

Gemiddeld 60-90 keer per minuut

Slide 23 - Diapositive

Wat is bloeddruk?
Bloedruk bestaat uit 2 waarden:
- bovendruk (als de kamers samentrekken)
- onderdruk (tijdens de hartpauze)

Bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk.

Een gezonde bloeddruk voor een puber is 110/70

Slide 24 - Diapositive

Welke kamer heeft de meest gespierde wand en waarom ?
A
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
B
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
C
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
D
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 26 - Question de remorquage

1) Zuurstofarm bloed stroomt het hart binnen via de ................................

2) De holle aders & kransaders monden uit in de ....................................


3) De rechterkamer pompt het bloed in de ................................

In de longen wordt het bloed zuurstofrijk.
4) Dit bloed stroomt via de ...................................... terug naar het hart.

5) De longaders monden uit in de ...............................

Holle aders
rechter 
boezem
longslagaders
longaders
linker
boezem

Slide 27 - Question de remorquage

Dankzij halvemaanvormige kleppen, stroomt bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers
C
Holle aders
D
Longader

Slide 28 - Quiz

De juiste volgorde van de hartslag is:
A
boezems-hartpauze-kamers
B
kamers-hartpauze-boezems
C
boezems-kamers-hartpauze
D
kamers-boezems-hartpauze

Slide 29 - Quiz

Het hart krijgt zelf zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 30 - Quiz

Tijdens welke fase zitten de hartkleppen dicht?
A
Samentrekken boezems
B
Samentrekken kamers
C
Hartpauze
D
Samentrekken kamers en hartpauze

Slide 31 - Quiz

Aan de slag
afronden § 3.3 

Klaar? Bloedsomloopspel / -woordzoeker

Slide 32 - Diapositive